Kinovea software ziet verschillen tussen (niet-) geblesseerde lopers
Hardlopen is een blessuregevoelige sport. De incidentie -afhankelijk van studiegroep, blessuredefinitie en methode van bepaling blessure- varieert van 3% tot soms wel 85%. Hardloopblessures zijn in de basis altijd multifactorieel. Er zijn steeds meer aanwijzingen dat ook de kinematica, hier verder genoemd als ‘looptechniek’, een belangrijke rol kan spelen in het ontstaan van blessures. Knieblessures zijn de meest voorkomende blessures onder hardlopers. Bij dit onderzoek werden deelnemers geïncludeerd die gediagnosticeerd waren met het illiotibiaal frictiesyndroom en patellafemorale pijn.
Voor het beoordelen en analyseren van de looptechniek wordt een driedimensionale videoanalyse als ‘gouden standaard’ gezien. Hiervoor is vaak relatief dure software benodigd. Tegenwoordig is er ook veel eenvoudigere en minder dure software op de markt, zoals het gratis programma Kinovea. Met deze software kan er een tweedimensionale videoanalyse worden uitgevoerd. Het doel van dit onderzoek was om te bepalen of tweedimensionale videoanalyse betrouwbaar verschillen kan bepalen in de looptechniek bij recreatieve hardlopers met en zonder loop gerelateerde knieblessures.
Methode
In deze studie werden 2 groepen vergeleken: ‘geblesseerd’ en ‘niet geblesseerd’. De totale onderzoeksgroep bestond uit 42 personen. In de groep ‘geblesseerd’ zaten 24 deelnemers waarvan 7 mannen en 17 vrouwen. De andere groep bestond uit totaal 18 personen waarvan 5 mannen en 13 vrouwen. De groepen waren vergelijkbaar qua fysieke karakteristieken. Ook de trainingsomvang voorafgaand aan de blessure was van gelijk niveau. De actuele trainingsomvang was wel significant anders. Deze was, door toedoen van de blessure, veel lager in de blessuregroep.
Stress, angst, somberheid, burn-out?
Contact
0621867046
Het is oplosbaar!
Alle deelnemers werden op een loopband geanalyseerd. Hierbij mochten de deelnemers op een zelfgekozen snelheid hardlopen. De gemiddelde loopsnelheid tussen beide groepen kwam nagenoeg overeen. Na een korte acclimatisatie op de loopband werd vervolgens gedurende 30 seconden gefilmd. Tevens werd de pasfrequentie bepaald. De beelden werden met behulp van twee IPad’s vanuit twee posities opgenomen. Één IPad filmde het vooraanzicht vanuit frontaalvlak en de andere IPad filmde vanuit sagittaal vlak het zijaanzicht. Deze beelden werden daarna in slow motion geanalyseerd. De looptechniek werd bepaald vanuit twee belangrijke momenten in de loopbeweging:
- Het laagste punt van het standbeen in de standfase. Deze werd beoordeeld vanuit frontaal aanzicht.
- Het initieel grondcontact, aan het einde van de zwaaifase en het begin van de standfase. Deze werd beoordeeld vanuit sagittaal aanzicht.
In het frontale vlak werd gekeken naar de contralaterale ‘bekkendrop’, de bovenbeenadductie en de heupadductie. De heupadductie werd berekend door de bovenbeenadductiehoek te verminderen met de hoek van de contralaterale bekkendrop. In het sagittale vlak werd gekeken naar de scheenbeenhoek en de hoek die de voet ten opzichte van de ondergrond maakte.
Resultaten
Uit de analyse bleek dat er een significant verschil is in de looptechniek tussen geblesseerde lopers en niet geblesseerde lopers. Geblesseerde lopers vertoonden een grotere ‘bekkendrop’, bovenbeenadductie en heupadductie. Ook de voethoek bij initieel grondcontact was significant anders. De niet geblesseerde lopers vertoonden vaker een middenvoetplaatsing dan bij de geblesseerde lopers. Laatstgenoemden hadden veelal een hiellanding. Er was geen significant verschil in pasfrequentie tussen de 2 groepen.
Discussie
Uit dit onderzoek kan geconcludeerd worden dat met behulp van Kinovea een betrouwbare en valide tweedimensionale videoanalyse gemaakt kan worden als het gaat om het beoordelen van de looptechniek in relatie tot blessures. De betrouwbaarheid en validiteit is in ieder geval te garanderen als de filmafstand tot de loper niet meer dan 5 meter bedraagt.
Uit deze studie kon worden opgemaakt dat vooral een grotere heupadductie bepalend is in het ontwikkelen van patellafemorale pijn en illiotibiaal frictiesyndroom. Ook de hiellanding speelt een belangrijke factor bij het ontwikkelen van blessures. Door de hiellanding is er en grotere impact op de passieve structuren zoals ligamenten en kraakbeen.
Gezien de relatief kleine onderzoeksgroep dient de aanbeveling om meer onderzoek naar deze factoren te doen met een grotere onderzoeksgroep.
Foto bij artikel door Ljupco Smokovski/ Shutterstock
Bron: Dingenen, B., Malliaras, P., Janssen, T., Ceyssens, L., Vanelderen, R., & Barton, C. J. (2019). Two-dimensional video analysis can discriminate differences in running kinematics between recreational runners with and without running-related knee injury. Phys Ther Sport, 38, 184-191. doi:10.1016/j.ptsp.2019.05.008
Bron
Artikel delen:
Zin in een leuke en boeiende cursus?
Kijk dan hier voor inspiratie!
" 3000+ tevreden fysiotherapeuten gingen je voor. "
Nieuwsbrief
Elke twee weken 2 samenvattingen voor fysiotherapeuten. Gratis, al 18 jaar. 6000+ fysiotherapeuten gingen je voor.
Volg ons op facebook:
Database met 1500+ artikelen
Voorjaar 2023
3 dagen. Start 13 september 2024. Prijs € 595,-…
8 dagen. Start 20 september 2024. Prijs € 1395,-…
5 dagen. Start 16 oktober 2024. Prijs € 995,-…
3 dagen. Start 14 november 2024. Prijs € 495,-…
3 dagen. Start 15 november 2024. Prijs € 495,-…
3 dagen. Start 20 november 2024. Prijs € 595,-…
9 dagen. Start 7 januari 2025. Prijs € 1695,-…
5 dagen. Start 11 januari 2025. Prijs € 995,-…
8 dagen. Start 6 februari 2025. Prijs € 1395,-…