Pijnmodulatie profiel om intensiteit van de fysiotherapie te bepalen
De auteurs van dit artikel beschrijven het nut van het bepalen van een pijnmodulatie profiel (PMP). Een pijnmodulatie profiel wordt bepaald op basis van dynamische psychofysiologische stimulaties. Deze dynamische protocollen in het experimenteel oproepen van pijn inhibitie of pijn facilitatie voorspellen de klinische pijn beter dan klassiek statische parameters, zoals de pijndrempel. Er is ondertussen erg veel onderzoek gedaan naar het effect van stimuli (bijvoorbeeld temperatuur) op pijnmodulatie. Daarbij kunnen de stimuli als een spatiele en/of temporele serie aangeboden worden.
Pijnlab protocollen
Inhibitie protocol
Een veel gebruikt protocol voor experimentele pijn inhibitie is gebaseerd op diffuse noxische inhibitoire controle (DNIC). Daarbij worden twee ruimtelijk gescheiden pijnstimuli aangeboden, waarbij de onderlinge interactie doorgaans pijninhibitie geeft. Bij mensen noemt men dit protocol conditioned pain modulation (CPM).
Facilitatie protocol
Pijn facilitatie wordt doorgaans bestudeerd via temporele summatie (TS). Daarbij biedt men een serie van identieke stimuli aan waarbij vervolgens een ‘windup’ effect ontstaat.
Responsen
De respons van de cliënt op deze protocollen voorspelt toekomstige pijn en het effect van pijnmedicatie. Op basis van de respons op conditioned pain modulation (CPM) of temporele summatie (TS) kan men de cliënt typeren op een klinisch spectrum tussen pro-nociceptief en anti-nociceptief. Zie figuur bovenaan deze samenvatting. Via CPM onderzoek heeft men ontdekt dat een breed scale van pijnsyndromen gekenmerkt worden door een verminderd vermogen tot pijn inhibitie, zoals fibromyalgie, temporomandibulaire disfuncties, en artrose. Bevindingen uit TS onderzoek tonen bij diezelfde syndromen een versterkte pijn facilitatie aan. Klinisch prospectief onderzoek toont dat patiënten die minder efficiënt CPM hebben, vaker chronische pijn ontwikkelen, bijvoorbeeld na thoracotomie, keizersnede, en buikoperaties. Het pijn modulatie profiel is echter geen statisch gegeven, na goede pijntherapie (bijvoorbeeld na een heupoperatie) ziet men een verschuiving optreden richting anti-nociceptievemodulatie.
Ook zijn er aanwijzingen dat patiënten met minder efficiënt CPM in vergelijking tot patiënten met een efficiënte CPM meer gebaat zijn bij serotonine norepinefrine re-uptake remmers die het decenderende inhibitoire systeem faciliteren. Terwijl patiënten die in versterkte mate TS vertonen meer baat hebben bij gabapentinoids of NMDA-blokkers zoals ketamine die de neuronale sensitisatie inhiberen.
Opmerking samenvatter
De suggesties van de auteurs zijn ook voor fysiotherapeuten interessant. Ook fysiotherapeuten moeten constant inschatten welke patiënten een goede pijn modulatie hebben. Deze patiënten kunnen steviger trainingsprikkels verwerken. Bij patiënten die een slechte pijn modulatie hebben, zal men zeer licht en van onderaf de intensiteit van de trainingsprikkel moet opbouwen. Door gebruik te maken van bovenbeschreven testmethoden (CPM en TS) zou de patiënt te typeren zijn op het spectrum pro-nociceptief versus anti-nociceptief reagerend. De fysiotherapeut kan daar dan de intensiteit van de trainingsprikkels op aanpassen. Bovendien kan de fysiotherapeut het verloop van de therapie evalueren omdat bij adequate therapie er een verschuiving kan optreden richten anti-nociceptief reageren.
Binnen de fysiotherapie wordt nog geen of weinig gebruikgemaakt van stimulatie protocollen. Toch past het binnen onze setting. Het is als het ware te vergelijken met het elektrostimulatie onderzoek dat men vroeger veel gebruikte om zenuwgeleiding te bepalen. Met soortgelijke apparatuur en handelingen kan ook de pijnrespons van de cliënt op een stimulusprotocol in kaart gebracht worden. Zover is het echter nog niet. Misschien zal dergelijke stimulatie-apparatuur/protocollen binnenkort op de markt voor fysiotherapeut verschijnen. Misschien kan zelfs de oude interferentie apparatuur, die nu waarschijnlijk op zolder staat, een nieuwe toepassing krijgen.
Yarnitsky, D., et al. (2014). “Pain modulation profile and pain therapy: between pro- and antinociception.” Pain, 155(4): 663-665.
Artikel delen:
Zin in een leuke en boeiende cursus?
Kijk dan hier voor inspiratie!
" 3000+ tevreden fysiotherapeuten gingen je voor. "
Nieuwsbrief
Elke twee weken 3 samenvattingen voor fysiotherapeuten. Gratis, al 17 jaar. 6000+ fysiotherapeuten gingen je voor.
Database met 1500+ artikelen
Voorjaar 2023
3 dagen. Start 16 mei 2025. Prijs € 495,-…
3 dagen. Start 31 januari 2025. Prijs € 495,-…
9 dagen. Start 7 januari 2025. Prijs € 1695,-…
5 dagen. Start 11 januari 2025. Prijs € 995,-…
8 dagen. Start 6 februari 2025. Prijs € 1395,-…
3 dagen. Start 12 maart 2025. Prijs € 595,-…
8 dagen. Start 13 maart 2025. Prijs € 1395,-…
3 dagen. Start 22 maart 2025. Prijs € 595,-…
5 dagen. Data volgen najaar 2025. Prijs € 995,-…