Vooral verbetering bij duimartrose in eerste zes weken fysiotherapie

De richtlijnen voor symptomatische carpometacarpale osteoarthritis van de duim bevelen in eerste instantie een conservatieve behandeling aan. Deze behandeling bestaat uit immobilisatie door een handorthese, corticosteroïde-injecties, handtherapie of een combinatie van deze drie. Als dit niet afdoende is, kan vervolgens tot een operatieve ingreep worden besloten. Het bewijs voor de effectiviteit van een conservatieve behandeling is echter niet sterk, zeker niet op de middel- en lange termijn. Daarnaast is het onbekend hoeveel patiënten alsnog een operatieve ingreep ondergaan. Het doel van deze studie is om de effecten van een handorthese en handtherapie te beschrijven bij artrose van de duim en vast te leggen hoeveel mensen een operatie alsnog ondergaan.
Methode
In deze prospectieve cohortstudie werden mensen geïncludeerd die tussen 2011 en 2014 een conservatieve behandeling kregen voorgeschreven voor duimartrose. De diagnose werd bevestigd aan de hand van een röntgenfoto, waarbij ook de ernst werd vastgesteld.
De behandeling was gebaseerd op de Nederlandse richtlijn. Over het algemeen bestond de behandeling uit het voorschrijven van een op maat gemaakte orthese en 2 sessies handtherapie per week met een gemiddelde duur van 25 minuten per sessie. In sommige gevallen kreeg de patiënt alleen een orthese en geen verdere behandeling. De behandeling was opgebouwd uit 2 fases. In de eerste zes weken kregen de patiënten instructies op de orthese bijna 24 uur per dag te dragen en handtherapie was gericht op het optimaliseren van de positie van de duim tijdens bewegingen en het gebruik van een volledige ROM in de duim. In week 7 tot en met 12 werd het dragen van de orthese langzaam afgebouwd naar gebruik alleen tijdens zware activiteiten, afhankelijk van het pijnniveau en het vermogen van de patiënt om een juiste positie van de duim te behouden. De handtherapie was in deze fase vooral gericht op vermindering van de pijn, de geleerde stabiliteit toe te passen in het dagelijks leven en het verbeteren van de kracht. De mensen kregen minder sessies en meer huiswerkoefeningen. Na 12 weken waren de patiënten niet meer onder supervisie van een fysiotherapeut en moesten ze de oefeningen zelf volhouden.
Pijn, gemeten op de VAS (0-100), en functie, gemeten op de Michigan Hand Questionnaire, werden gemeten bij baseline, na 6 weken, na 3 maanden en na 12 maanden. Alle patiënten die tussen 2012 en 2016 een chirurgische ingreep hadden werden gerapporteerd. Tot slot werd er een subgroep-analyse uitgevoerd ten aanzien van de pijn bij baseline.
Resultaten
Van 150 mensen waren na de studieperiode alle gegevens en metingen gedaan, waarvan 122 een conservatieve behandeling kregen en 28 een operatieve ingreep ondergingen. Van 809 mensen werden gegevens verzameld of ze na de conservatieve behandeling alsnog operatief werden behandeld. Na een mediaan follow-up van 2,2 jaar, was 15% van de mensen alsnog operatief behandeld. Uit analyse bleek dat deze mensen gemiddeld 13 punten meer pijn en 7 punten minder functie rapporteerden dan de mensen die niet operatief werden behandeld en dat ze gemiddeld 5 maanden na aanvang van de therapie geopereerd werden.
In de groep die geen operatie hadden ondergaan verbeterde de pijn significant van 49 ± 20 bij baseline naar 36 ± 24 bij 12 maanden. Het verschil werd vooral gemaakt in de eerste 6 weken; in de periode was de verandering significant, in andere sub-periodes niet. Dit gold ook voor de handfunctie; daar was een totale niet-significante verbetering te zien van 4 punten. Dit verschil is niet klinisch relevant, in tegenstelling tot de verbetering in pijn. De groep die toch koos voor een operatieve behandeling liet geen verbetering in pijn en functie zien na follow up.
Uit verdere subgroep-analyse bleek dat de mensen met hogere pijnniveaus (hoger dan 50) het meest baat hadden bij de conservatieve therapie. Bij mensen die lager scoorden dan 25 op de VAS nam de pijn juist toe na de behandeling, mogelijk omdat ze meer aandacht hadden voor de pijn en beperkingen.
Conclusie en opmerkingen
In deze cohortstudie bij mensen met duimartrose onderging 15% van de mensen alsnog een operatie. De 85% die conservatief behandeld werd verbeterden de eerste 6 weken qua pijn en functie, daarna was de verbetering niet meer significant. De resultaten van deze studie ondersteunen de richtlijn, waarin staat dat duimartrose eerst conservatief moet worden behandeld, want op groepsniveau verbeteren pijn en functie in het eerste jaar en het overgrote deel van de patiënten had geen operatieve ingreep nodig.
Bron Tsehaie, J., Spekreijse, K.R., Wouters, R.M., Slijper, H.P., Feitz, R.5, Hovius, S.E.R., Selles, R.W.(2018). Outcome of a Hand Orthosis and Hand Therapy for Carpometacarpal Osteoarthritis in Daily Practice: A Prospective Cohort Study. J Hand Surg Am. May 15.
Artikel delen:
Zin in een leuke en boeiende cursus?
Kijk dan hier voor inspiratie!
" 3000+ tevreden fysiotherapeuten gingen je voor. "
Nieuwsbrief
Elke twee weken 2 samenvattingen voor fysiotherapeuten. Gratis, al 18 jaar. 6000+ fysiotherapeuten gingen je voor.
Volg ons op facebook:
Database met 1500+ artikelen
2025
8 dagen. Start 13 maart 2025. Prijs € 1395,-…
3 dagen. Start 22 maart 2025. Prijs € 595,-…
3 dagen. Start 16 mei 2025. Prijs € 495,-…
3 dagen. Start 28 mei 2025. Prijs € 595,-…
3 dagen. Start 30 mei 2025. Prijs € 495,-…
8 dagen. Start 1 september 2025. Prijs € 1395,-…
9 dagen. Start 9 september 2025. Prijs € 1695,-…
5 dagen. Data volgen najaar 2025. Prijs € 995,-…
5 dagen. Start 27 september 2025. Prijs € 995,-…


