Veilig uitglijden en struikelen als balanstraining bij ouderen
Op de been blijven na een onverwachte balansverstoring, zoals bij struikelen of uitglijden is te trainen en kan zelfs het aantal valpartijen met 60 procent verminderen. Dat blijkt uit een onlangs gepubliceerde studie in het tijdschrift Journals of Gerontology Series A Biological Sciences and Medical Sciences waaraan 44 ouderen meededen.
De meeste valpartijen gebeuren tijdens het lopen wanneer iemand uitglijdt of struikelt. Dat komt omdat de reactieve balanscontrole, dit is het vermogen om op de been te blijven na een onverwachte verstoring, dan tekortschiet.
Trainen van de reactieve balanscontrole is in de praktijk lastig. Dit is niet zonder risico’s. Daarnaast is het belangrijk dat de verstoringen onvoorspelbaar zijn. Maar een hoge mate van onvoorspelbaarheid kan beangstigend zijn en ervoor zorgen dat mensen afhaken. Met dat in gedachte hebben de auteurs van dit artikel een trainingsprogramma ontwikkeld en gekeken of het haalbaar is om op een veilige manier de reactieve balanscontrole bij ouderen te verbeteren.
Methode
Voor het onderzoek gebruikten de onderzoekers een tien meter lang looppad. In het looppad lagen beweegbare tegels op twee niet zichtbare rails, en plankjes van veertien centimeter die omhoog konden klappen. Sensoren in het pad waren verbonden aan een computer en registreerden het voetcontact. Zodra er voetcontact was, kon een tegel onverwachts tot 70 centimeter naar voren schuiven of een plankje omhoog klappen.
Stress, angst, somberheid, burn-out?
Contact
0621867046
Het is oplosbaar!
Vierenveertig zelfstandig wonende ouderen deden mee aan dit onderzoek. De deelnemers werden verdeeld over twee groepen. De helft van de ouderen volgde een reactieve balanstraining waarbij de onderzoekers ze lieten struikelen en uitglijden op het looppad. In eerste instantie kregen de deelnemers te horen wat ze konden verwachten. Bijvoorbeeld: een plankje kan omhoog schieten in het midden van het pad aan de rechterkant. Op die manier konden ze in het begin nog enigszins een beroep doen op hun proactieve balanscontrole. Dit is het vermogen om de musculatuur op tijd te activeren voorafgaand aan een verwachte balansverstoring. Geleidelijk aan maakten de onderzoekers de onvoorspelbaarheid groter. Aan het einde van elke sessie moesten de deelnemers op een vijfpuntsschaal aangeven hoe moeilijk ze het vonden en hoe angstig ze waren. Op die manier konden de onderzoekers de training individueel aanpassen door de hoogte van het plankje te verstellen, of de verschuiving van de tegels te verkorten of langzamer te maken. Uit veiligheidsoverwegingen zaten de deelnemers vast aan een soort tuigje om te voorkomen dat ze echt onderuit zouden gaan.
De ouderen in de controlegroep liepen onder begeleiding van muziek over hetzelfde looppad. De beat gaf de gewenste cadans aan. Zij kregen geen onverwachte verstoringen maar de instructie om op bepaalde tegels te stappen.
Om te testen of reactieve balanscontrole van de deelnemers in de interventiegroep beter was dan in de controlegroep kregen alle deelnemers aan het eind van de trainingssessies onverwachte verstoringen op het looppad. Wanneer iemand onderuitging kon het tuigje waarin de deelnemer vast zat een belasting meten. Een belasting van meer dan dertig procent van het lichaamsgewicht telde als een val. De deelnemers hadden bij de metingen reflecterende markers op het lichaam bevestigd. Op die manier konden de onderzoekers met een camera gegevens verzamelen over de verplaatsing van het lichaamszwaartepunt, de herstelstappen, de rompbewegingen en dergelijke.
Resultaten
De deelnemers in de interventiegroep vielen statistisch significant minder vaak dan de deelnemers in controlegroep. Zestig procent minder valpartijen. Waarvan 67 procent minder uitglijders en 51 procent minder struikelingen. Het verschil in aantal struikelingen was overigens niet statistisch significant.
In kinematisch opzicht verschilden de groepen van elkaar. Bij het struikelen moet je een uitvalspas naar voren maken om je balans te herstellen. De deelnemers in de interventiegroep verplaatsten tijdens deze stap de positie van het lichaamszwaartepunt minder ver naar voren, tilden de voet hoger op en hadden een kleinere rompzwaai dan de ouderen in de controlegroep. Om de balans te bewaren bij uitglijden was er een herstelstap naar achter nodig. De getrainde deelnemers maakten een kleinere stap naar achter, verplaatsten het lichaamszwaartepunt minder naar achter en hadden ook een kleinere rompzwaai in vergelijking met de controlegroep.
Discussie
Reactieve balanstraining kan het aantal valpartijen met 60 procent verminderen. Althans, in een laboratorium setting. Dit zegt iets over het vermogen om het evenwicht te kunnen herstellen in een gecontroleerde omgeving. Dat wil nog niet zeggen dat daarmee ook valpartijen in het dagelijks leven kunnen worden voorkomen.
De deelnemers in de interventiegroep vielen niet alleen minder vaak in vergelijking met de controlegroep, er waren ook significante verschillen in de manier waarop ze hun evenwicht herstelden. De getrainde deelnemers reageerden op uitglijders met een kortere staplengte naar achter, minder verplaatsing van het lichaamszwaartepunt en een kleinere rompzwaai. Dit wijst op een verbeterde houdingsstabiliteit gedurende de reactie.
De daling van het aantal struikelpartijen in de interventie groep was niet significant. De herstelreacties daarentegen verschilden wel significant tussen de beide groepen. De getrainde deelnemers reageerden op een struikeling met een grotere staphoogte, minder voorwaartse verplaatsing van het lichaamszwaartepunt en een kleinere rompzwaai. Het lijkt er dus op dat net als bij uitglijden, de geoefende deelnemers een betere houdingsstabiliteit hebben.
De auteurs van dit artikel concluderen dat deze manier van trainen, waarbij de moeilijkheidsgraad afhankelijk van hoe eng een deelnemer het vindt, individueel wordt aangepast, en waarbij de deelnemer aan een tuigje vast zit, een haalbare manier is om de reactieve balanscontrole te verbeteren.
Het is nog niet zover dat we dit specifieke looppad in de dagelijkse praktijk gebruiken. Het is wel duidelijk dat reactieve balanstraining een aanvulling kan zijn op de traditionele valpreventieprogramma’s. Het is de moeite waard om in de praktijk te zoeken naar creatieve oplossingen om dit op een veilige manier te doen. Het moet niet al te moeilijk zijn een loopband met een betaalbaar en veilig draag-tuigsysteem te maken. De patiënt vervolgens laten uitglijden is mogelijk lastig, maar de patiënt goedbedoeld laten struikelen moet geen probleem zijn. De fysiotherapeut kan de voet met een plankje of touwtje onverwacht kort blokkeren.
Bron Okubo, Y., Sturnieks, D.L., Brodie, M.A., Duran, L., Lord, S.R. (2019). Effect of Reactive Balance Training Involving Repeated Slips and Trips on Balance Recovery Among Older Adults: A Blinded Randomized Controlled Trial. J Gerontol A Biol Sci Med Sci: 74(9), 1489-1496
Artikel delen:
Zin in een leuke en boeiende cursus?
Kijk dan hier voor inspiratie!
" 3000+ tevreden fysiotherapeuten gingen je voor. "
Nieuwsbrief
Elke twee weken 2 samenvattingen voor fysiotherapeuten. Gratis, al 18 jaar. 6000+ fysiotherapeuten gingen je voor.
Volg ons op facebook:
Database met 1500+ artikelen
2024-2025
5 dagen. Start 16 oktober 2024. Prijs € 995,-…
3 dagen. Start 14 november 2024. Prijs € 495,-…
3 dagen. Start 31 januari 2025. Prijs € 495,-…
9 dagen. Start 7 januari 2025. Prijs € 1695,-…
5 dagen. Start 11 januari 2025. Prijs € 995,-…
8 dagen. Start 6 februari 2025. Prijs € 1395,-…
3 dagen. Start 12 maart 2025. Prijs € 595,-…
8 dagen. Start 13 maart 2025. Prijs € 1395,-…
3 dagen. Start 22 maart 2025. Prijs € 595,-…