Frequentie van actieve fysiotherapie belangrijk ter voorkoming van recidief aspecifieke lage-rugpijn
De etiologie en het onderliggende pathofysiologisch mechanisme van lage-rugpijn zijn tot op heden slecht begrepen. De relatie tussen anatomische veranderingen die zichtbaar zijn door middel van beeldvormend onderzoek en pijnklachten is zwak. Ook zijn er patiënten waarbij er radiografische afwijkingen zichtbaar zijn, zoals bijvoorbeeld discus degeneratie, maar die geen pijnklachten ervaren. Terwijl er ook patiënten zijn waarbij er geen afwijkingen zichtbaar zijn, maar er wel pijn gevoeld wordt. Psychosociale factoren, zoals stress en angst, lijken een belangrijke rol te spelen in het ontwikkelen van lage-rugpijn.
Bij acute lage-rugpijn is een actieve leefstijl effectief om de klachten te reduceren. Ongeveer 90% van de patiënten herstelt in de eerste 6 weken en meer dan 50% heeft binnen 22 maanden minimaal één recidief van lage-rugpijn. Oefentherapie is effectief en heeft een duurzaam effect (1 jaar). Recente literatuur toont aan dat (medische) oefentherapie nieuwe episodes van rugpijn kan voorkomen, bij zowel acute als subacute lage-rugpijn (6-12 weken). Patiënten met chronische lage-rugpijn zijn in een andere studie onderzocht, waarbij ook een positief effect van oefentherapie is aangetoond in het reduceren van terugkerende episodes van lage-rugpijn.
Het doel van dit onderzoek is om de manier en frequentie van oefentherapie te onderzoeken als voorspeller van terugkerende episodes van aspecifieke lage-rugpijn, gedurende een jaar na het uitvoeren van de oefentherapie.
Methode
Er is een prospectieve cohort studie uitgevoerd met deelnemers die langer dan drie maanden aspecifieke lage-rugpijn ervaren en tussen 18-65 jaar oud zijn. Deelnemers met specifieke lage-rugpijn zijn uitgesloten van deelname.
Alle variabelen van de therapie zijn vastgelegd en dit is onderverdeeld in actieve en passieve fysiotherapeutische interventies. Passieve fysiotherapeutische interventie bestond uit massage, manuele therapie en/of warmte therapie. Actieve fysiotherapeutische interventie uit medische oefentherapie, versterkende en mobiliserende oefeningen voor de rug en/of buikspieroefeningen. De behandeling kon bestaan uit een combinatie van actieve en passieve interventies. Alle interventies zijn uitgevoerd onder supervisie van een fysiotherapeut.
De mate van pijn is gemeten met de NRS en met de Chronic Pain Grade questionnaire zijn de ernst van de chronische pijnklachten en beperkingen gemeten. Dit meetinstrument meet de pijn en beperkingen in de laatste drie maanden en is betrouwbaar. De therapiefrequentie is gemeten per week en de patiënten zijn in twee groepen verdeeld op basis van terugkerende of niet-terugkerende rugpijn. Na afloop van de fysiotherapeutische behandelingen is prospectief gemonitord wat de frequentie was van recidieven van lage-rugpijn. Het werd beschouwd als een recidief als de patiënt na een periode van (vrijwel) klachtenvrij functioneren weer hulp zocht vanwege de lage-rugpijn en/of als zij gedurende 24 uur last hadden van pijn of beperkingen als gevolg van de lage-rugpijn.
Resultaten
Er zijn 216 patiënten gescreend, waarvan er 78 zijn geëxcludeerd vanwege specifieke lage-rugpijn of andere aandoeningen. Er zijn 42 deelnemers uitgevallen gedurende studie; 28 vanwege incomplete data, 3 hebben het informed consent ingetrokken en 11 hadden geen reden. Totaal hebben er 96 patiënten het volledige onderzoek doorlopen, waarvan er 34 (35%) een recidief van lage-rugpijn hadden. Er was een significant verschil tussen de frequentie van actieve fysiotherapie tussen de patiënten, met en zonder recidiverende klachten. Er waren geen andere verschillen tussen de twee groepen.
Statistische analyse laat zien dat voor de variabelen ‘terugkerende lage-rugpijn’ en ‘therapiefrequentie’ er een afkappunt is van 1.45 actieve fysiotherapiebehandelingen per week. Deelnemers met een lagere frequentie van 1.45 actieve behandelingen per week hadden een significant hoger aantal recidieven van lage-rugpijn. Zij hadden een toegenomen risico van 82% dat de lage-rugpijn zou recidiveren gedurende de 12 maanden na de behandelingen.
Discussie
Uit dit onderzoek blijkt dat er bij een lagere frequentie van actieve fysiotherapie (< 1.45 behandelingen per week) een hoger risico is op recidivering van lage-rugpijn. Er zijn geen verschillen gevonden in een van de andere relevante parameters (totaal aantal behandelingen, duur van de behandeling, pijn of functioneren bij aanvang) tussen de patiënten met of zonder recidivering van klachten. Dit sluit aan bij eerdere adviezen van minimaal twee actieve behandelingen per week en op deze manier kunnen recidieven worden voorkomen.
De uitkomsten van dit onderzoek zijn in overeenstemming met eerdere literatuur, waarbij het belang van actieve fysiotherapie bij patiënten met lage-rugpijn naar voren komt. Uit een eerdere meta-analyse bleek dat het optimale schema bestaat uit 3-5 behandelingen per week, met een duur van 20-30 minuten bij patiënten met lage-rugpijn.
Passieve behandelingen, zoals massage, manuele therapie of warmte therapie lijken geen effect te hebben op het recidiveren van klachten. De effecten van massage zijn beschreven op biomechanisch, neurologisch, endocrinologisch, fysiologisch en psychologisch niveau en worden aanbevolen in de actieve fase en voor aanvang van een actieve behandeling. Het lijkt logisch om een combinatie van passieve behandelingen pijnstilling toe te passen, maar dit heeft geen positief effect op de uitkomsten op de lange termijn. Vanuit dit onderzoek kan er geen duidelijk antwoord gegeven worden op de vraag wat het onderliggend mechanisme is en waarom actieve oefentherapie een positief effect heeft op de recidivering van klachten.
Een beperking van dit onderzoek is dat de voorgeschiedenis van de patiënten niet geheel in kaart gebracht is. Zo weet men niet of er in de voorgeschiedenis al oefentherapie is uitgevoerd en of er sprake was van recidiverende lage-rugklachten. Idealiter was de onderzoeksgroep ook groter geweest.
Conclusie
Concluderend kan gesteld worden dat actieve fysiotherapeutische interventies van belang zijn in het voorkomen van recidieven van aspecifieke lage-rugpijn. Het is aan te raden om meer dan 1.45 actieve behandelingen per week uit te voeren om zo het risico op een recidief te verlagen met 82%.
Bron: Krause, F., Niederer, D., Banzer, W., & Vogt, L. (2021). Medical exercise and physiotherapy modes and frequency as predictors for a recurrence of chronic non-specific low back pain. Journal of Back and Musculoskeletal Rehabilitation, 1–6. https://doi.org/10.3233/bmr-200149.
Foto bij artikel door skynesher / iStock
Bron
Artikel delen:
Zin in een leuke en boeiende cursus?
Kijk dan hier voor inspiratie!
" 3000+ tevreden fysiotherapeuten gingen je voor. "
Nieuwsbrief
Elke twee weken 2 samenvattingen voor fysiotherapeuten. Gratis, al 18 jaar. 6000+ fysiotherapeuten gingen je voor.
Volg ons op facebook:
Database met 1500+ artikelen
2024-2025
3 dagen. Start 16 mei 2025. Prijs € 495,-…
3 dagen. Start 31 januari 2025. Prijs € 495,-…
9 dagen. Start 7 januari 2025. Prijs € 1695,-…
5 dagen. Start 11 januari 2025. Prijs € 995,-…
8 dagen. Start 6 februari 2025. Prijs € 1395,-…
3 dagen. Start 12 maart 2025. Prijs € 595,-…
8 dagen. Start 13 maart 2025. Prijs € 1395,-…
3 dagen. Start 22 maart 2025. Prijs € 595,-…
5 dagen. Data volgen najaar 2025. Prijs € 995,-…