Exorotatiekracht en overbelasting van de schouder bij jonge handballers
Handbal is een teamsport met groeiende populariteit. Het spel wordt gekenmerkt door een groot aantal repeterende, asymmetrische en zeer specifieke werppatronen. Door het veelvuldige herhalen van deze bewegingen adapteren specifieke structuren waardoor de atleet in staat is om deze belasting te ondergaan. Dit zijn vooral veranderingen in de spierbelasting. Soms kan het leiden tot niet-fysiologische belasting van musculoskeletale structuren en overmatige spanning, wat kan leiden tot overbelastingsklachten.
De prevalentie van overbelastingsblessures van de schouder is vooral hoog bij vrouwen. Het is vooral onderzocht bij volwassenen. Dit onderzoek richt zich op jonge atleten en onderzoekt welke fysieke factoren het blessurerisico op schouderklachten vergroten. De hypothese is dat een toegenomen Range of Motion (ROM) van de glenohumerale exorotatie, glenohumerale beperkte endorotatie (GIRD), verminderde kracht van de rotator cuff, scapulaire dyskinesie en hoge werpsnelheid risicofactoren zijn voor het ontstaan van overbelastingsletsels van de schouder.
Methode
Er is een prospectieve studie uitgevoerd onder 138 elite jeugdige handballers (70 jongens, 68 meisjes). Exclusiecriteria waren eerdere schouderklachten, eerder ziekenhuisbezoek vanwege schouderklachten of pijn tijdens het onderzoek. Voorafgaande aan het wedstrijdseizoen werd een screening uitgevoerd, waarbij het de glenohumerale ROM, endorotatie- en exorotatiekracht, scapulair bewegen en werpsnelheid werden gemeten. De ROM werd gemeten met behulp van een goniometer. Bij het meten van de kracht werd de dominante met de niet-dominante arm vergeleken. Het scapulair bewegen werd geclassificeerd in wel/niet aanwezigheid van dyskinesie en de mate hiervan.
Stress, angst, somberheid, burn-out?
Contact
0621867046
Het is oplosbaar!
Gedurende het wedstrijdseizoen (7 maanden) werd er een gestandaardiseerde vragenlijst gestuurd op vijf moment: na de screening, voor aanvang van het seizoen, na het voorseizoen, halverwege het seizoen en aan het eind van het seizoen. In deze vragenlijst werden overbelastingsblessures van de schouder in kaart gebracht, dus zonder traumatisch ontstaansmoment.
Resultaten
De ROM was significant verschillend tussen jongens en meisjes, ook de spierkracht van de schouder was verschillend. Er werd geen verschil gevonden tussen jongens en meisjes in scapulaire dyskinesie. Vermindering in schouderkracht wordt gezien als een risicofactor voor het ontstaan van overbelastingsblessures van de schouder. De passieve ROM verschilde tussen jongens en meisjes. Dyskinesie van de scapula vormt geen risicofactor en de werpsnelheid was niet verschillend tussen spelers met of zonder overbelastingsklachten van de schouder. Door 36 spelers werden symptomen van overbelasting van de schouder gerapporteerd.
Discussie
De belangrijkste bevinding van dit onderzoek is dat een vermindering van de exorotatiekracht geassocieerd wordt met een toegenomen risico op overbelastingsblessures van de schouder. Door 26% van de spelers werden pijnklachten of overbelastingssymptomen ervaren, op een gemiddelde leeftijd van 14 jaar. Dit onderzoek concludeert dat op deze leeftijd er al sportspecifieke veranderingen zijn opgetreden, zoals toegenomen exorotatie mobiliteit en een verminderde endorotatie (GIRD). De mannelijke spelers uit dit onderzoek hadden een grotere exorotatiebeweging en een grotere beperking in de endorotatie dan vrouwelijke spelers. Dit kan het gevolg zijn van de hogere gemiddelde leeftijd van de mannen. Veranderingen in de passieve ROM werden alleen voor de vrouwen als risicofactor gezien, vooral als de verandering groter dan 7,5 graden was. Een beperkte exorotatie kracht en een lage ratio tussen de exorotatie en endorotatie werden geïdentificeerd als risicofactor, waarbij jongens daar meer gevoelig voor zijn dan meisjes. In eerdere studies werd dyskinesie van de scapula als een risicofactor beschreven, in dit onderzoek kan dit echter niet aangetoond worden.
Gezien de hoge prevalentie van overbelastingsklachten aan de schouder bij jonge handballers, is het van groot belang dat hier verder onderzoek naar gedaan wordt zodat er ook preventieprogramma’s kunnen worden opgesteld. Concluderend kan gesteld worden dat een beperkte exorotatiekracht voor zowel jongens als meisjes een risicofactor vormt. Voor meisjes komt daar nog een verandering in de glenohumerale ROM bij. Een screening voorafgaande aan het seizoen kan mogelijk de spelers met een hoger blessurerisico identificeren.
Bron: Achenbach, L., Laver, L., Walter, S. S., Zeman, F., Kuhr, M., & Krutsch, W. (2019). Decreased external rotation strength is a risk factor for overuse shoulder injury in youth elite handball athletes. Knee Surgery, Sports Traumatology, Arthroscopy. https://doi.org/10.1007/s00167-019-05493-4
Foto bij artikel door OSTILL is Franck Camhi / Shutterstock
Samenvatter: Amber Hulleman
Redactie: Peter van Burken.
Bron Achenbach, L., Laver, L., Walter, S. S., Zeman, F., Kuhr, M., & Krutsch, W. (2019). Decreased external rotation strength is a risk factor for overuse shoulder injury in youth elite handball athletes. Knee Surgery, Sports Traumatology, Arthroscopy.
Artikel delen:
Zin in een leuke en boeiende cursus?
Kijk dan hier voor inspiratie!
" 3000+ tevreden fysiotherapeuten gingen je voor. "
Nieuwsbrief
Elke twee weken 2 samenvattingen voor fysiotherapeuten. Gratis, al 18 jaar. 6000+ fysiotherapeuten gingen je voor.
Volg ons op facebook:
Database met 1500+ artikelen
2024-2025
5 dagen. Start 16 oktober 2024. Prijs € 995,-…
3 dagen. Start 14 november 2024. Prijs € 495,-…
3 dagen. Start 31 januari 2025. Prijs € 495,-…
9 dagen. Start 7 januari 2025. Prijs € 1695,-…
5 dagen. Start 11 januari 2025. Prijs € 995,-…
8 dagen. Start 6 februari 2025. Prijs € 1395,-…
3 dagen. Start 12 maart 2025. Prijs € 595,-…
8 dagen. Start 13 maart 2025. Prijs € 1395,-…
3 dagen. Start 22 maart 2025. Prijs € 595,-…