Het thema ‘therapietrouw van revaliderende sporters’ mag meer aandacht krijgen binnen de sportpsychologie. Volgens Brewer (1998) is de therapietrouw in de sportrevalidatie tussen de 40% en de 91%. De auteur in dit artikel heeft met een kwalitatief onderzoek een aantal belangrijke factoren boven water gekregen die de therapietrouw kunnen verhogen of verlagen.
Daartoe nam zij semi-gestructureerde interviews af bij 9 fysiotherapeuten die gemiddeld 11,8 jaar sportfysiotherapeut waren en gemiddeld 75% van de tijd met revaliderende sporters werkten. Na nauwkeurige analyse van de interviews komen de volgende factoren naar voren.
Factoren die de therapietrouw bevorderen
1. Gunstige kenmerken van de sporter
Positieve individuele eigenschappen |
- Professionele instelling van de atleet: zoals regelmatig trainen, georganiseerd zijn en verantwoording nemen in het herstelproces.
- Aanpassen: gemakkelijk aanpassen aan de omstandigheden
- Geschoold: (relatief) goed geschoold zijn
- Zelfvertrouwen hebben
- Fysieke activiteiten plezierig vinden
- Competitie niveau: hoger competitie niveau is gunstig
- Gesponsord worden
- Gemotiveerd en gedreven om succes te hebben
|
Adaptieve gedachten |
- Positief perspectief dat men de blessure kan overwinnen de revalidatie positief benaderen.
- Inzicht in de blessure: goed ‘ziekte’ inzicht
- Inzicht in het revalidatie proces: goed begrijpen wat er allemaal nodig is voor optimale revalidatie en daar de voordelen van inzien.
|
2. Goede steunstructuren
Goede sociale steun |
- Sociale steun vanuit familie, vrienden, mede sporters, mede revalidanten, therapeut.
- Betrokkenheid van de coach: de coach is betrokken bij het revalidatieproces, is op de hoogte, denkt mee
|
Vertrouwen in fysiotherapeut en het revalidatieproces |
- Vertrouwen in- en waardering voor de fysiotherapeut: de revalidant vertrouwt en waardeert de fysiotherapeut
- Vertrouwen in het revalidatieproces
|
Faciliterende omgeving |
- Tijd krijgen om te revalideren: geen druk van anderen
- Passende omgeving: de juiste middelen, ruimte, apparaten hebben.
- Revalidatie inpassen in leefstijl: het is gunstig als de atleet de revalidatie in zijn dagelijks leven kan inpassen.
|
3. Positieve ervaringen rond blessures en revalidatie
Met betrekking tot de aandoening |
- Bijvoorbeeld: vindt de blessure plaats in de voorbereiding op het seizoen dan is de atleet meer gemotiveerd.
|
Eerdere ervaring met de aandoening |
- De atleet weet daarom wat er nodig is en wat het van hem vraagt om weer fit te worden…
|
Aard van de revalidatie |
- Korte revalidatieperiode of bijvoorbeeld een latere fase in het revalidatieproces is gunstig. Zelf (mee) moeten betalen mogelijk ook.
|
Factoren die therapietrouw belemmeren
1. Ongunstige kenmerken van de sporter
Negatieve individuele eigenschappen |
- Onprofessionele instelling: weinig trainen, geen doelen hebben, geen verantwoording nemen in revalidatie, uitvluchten zoeken om niet naar de revalidatie te komen.
- Gebrekkige Motivatie: bijvoorbeeld extrinsiek gemotiveerd zijn
- Matige Intelligentie: het is ongunstig als men minder intelligent is
- Onvermogen om de revalidatie te volbrengen
|
Negatieve emoties
|
- bijvoorbeeld catastroferen of angst voor hernieuwde blessure, angst voor pijn.
|
Ongunstig gedachten
|
- Gebrek aan zelfvertrouwen
- Gebrekkig inzicht in aandoening
- Gebrekkig inzicht in revalidatieproces
- Negatieve attitude: bijvoorbeeld omdat een kans op een prestatie door de blessure gemist werd
|
Overmatige ‘therapietrouw’
|
- Overmatig enthousiast en gemotiveerd om terug te keren
- Elite atleten
- Lange afstandslopers
- Erg sterke persoonlijkheid
|
2. Slechte steun structuren
Gebrekkige sociale steun |
- Weinig betrokkenheid van de coach: de coach is niet betrokken bij het revalidatieproces, weet niet wat er speelt.
- Onvoldoende begeleiding/supervisie door de fysiotherapeut
- Gebrekkige sociale steun vanuit familie, vrienden, medesporters, mede revalidanten, therapeut.
|
Sceptisch ten opzichte van de fysiotherapeut en het revalidatieproces
|
- Spreekt voor zich…
|
Belemmerende omgeving
|
- Geen middelen: tijd, apparatuur, ruimte etc
- Eisen uit omgeving: familie bijvoorbeeld die van alles eist, of studie, werk…
- Niet passende omgeving: geen ruimte hebben om te oefenen of te trainen etc.
|
Druk
|
- Vanuit familie…
- Vanuit coach/team: dit kan tot gebrekkige therapietrouw, maar ook tot overmatige ‘therapietrouw leiden
|
3. Negatieve ervaringen rond blessures en revalidatie
Met betrekking tot de aandoening |
|
Eerdere ervaring met de aandoening
|
|
Aard van de revalidatie
|
– bijvoorbeeld te zwaar of te veel eisend programma, of saai…
|
Naast deze factoren is ook gevraagd naar strategieën om de therapietrouw te verhogen.
Doelen stellen en voortgang bijhouden
|
- Doelen en tijdlijn uitzetten
- Voortgang bijhouden/controleren
- Feedback geven over progressie
|
Maatwerk om de betrokkenheid te vergroten
|
- Snijd het programma toe op de behoeften en mogelijkheden van de atleet.
- Zorg voor betrokkenheid door interessante, realistische, leuke trainingen
|
Duidelijkheid en inzicht
|
- Geef specifieke en duidelijke instructies evt. opgeschreven…
-
|
Zelfvertrouwen in revalidatie vergroten
|
- Zorg dat de sporter zelfvertrouwen krijgt ten aanzien van revalidatie
- Bouw een relatie op met atleet: laat zien dat je kennis hebt van zijn sport etc.
|
Geef verantwoording
|
- Leg ze keuzes voor en laat ze nadenken over de gevolgen
|
Zet sociale steun in
|
- Betrekt coach er actief bij, of vrienden, medesporters etc.
|
Wees beschikbaar
|
- Beschikbaar zijn voor de patiënt en de ruimte en faciliteiten hebben helpt de therapietrouw
|
Overige…
|
- Rolmodel inzetten, ‘boos’ worden op atleet, motiverend gesprek, verbeeldingsoefeningen inzetten, elders trainen om druk te verminderen, management informeren als therapietrouw laag is…
|
Afrondend
De interviews geven een aardig overzicht van factoren die volgens deze deskundigen meespelen in de therapietrouw rondom sportrevalidatie. Een aantal factoren die hier boven beschreven zijn zijn al onderzocht en ‘bewezen’ in de literatuur, andere factoren vragen nog om nader onderzoek.