Oefentherapie lijkt gunstig bij hypermobiliteit, maar meer onderzoek nodig

Hypermobiliteitssyndroom (HMS) is een complex probleem dat met name voorkomt bij kinderen en vrouwen. Het wordt gekarakteriseerd door een fors vergrootte bewegingsuitslag, pijn, vergrote belasting op pezen, ligamenten en andere structuren en verminderde propriocepsis. Daarbij kan het door angst, pijn en vermoeidheid en forse impact hebben op iemands sociaal functioneren. Acute pijnepisodes kunnen worden opgevangen met medicijnen, taping en het dragen van braces, maar voor de lange termijn zijn voorlichting, therapeutische oefeningen en een actieve leefstijl van belang. Vanwege de vele componenten die een rol spelen bij HMS zijn er veel aangrijpingspunten voor fysiotherapie; spierfunctie, balans, propriocepsis etc. Wat de meest succesvolle en effectieve interventie zou zijn, is echter nog niet duidelijk. In dit systematische review is getracht te bepalen wat de meest effectieve vorm van oefentherapie bij mensen met HMS.

Methode en resultaten

Tijdens de zoektocht in verschillende databases werd vooral de beperkte hoeveelheid kwalitatief goede onderzoeken duidelijk. Ondanks ruime zoektermen – er werd niet op een specifieke vorm van therapie of een specifieke uitkomstmaat gezocht – bleven er uiteindelijk maar 4 studies over; twee RCT’s en twee cohort studies. Van deze vier studies was de populatie van 3 studies bij volwassenen, 1 includeerde alleen kinderen. Het aantal deelnemers per onderzoek varieerde van 15 tot 30 mensen. Alle artikelen rapporteerden een significante afname van de pijnklachten in de interventiegroep. Twee studies vonden een significante toename van propriocepsis. Drie beschreven een significante afname van beperkingen, waaronder een toename in loopafstand. Een verbetering van balans, kracht, kwaliteit van leven en de algehele impact van HMS werd in één onderzoek genoemd.

Opmerking samenvatter

Ondanks dat hypermobiliteit voorkomt bij ongeveer 5% van de vrouwen, blijkt dit ziektebeeld nog erg onzichtbaar binnen het wetenschappelijk onderzoek. Door de kleine hoeveelheid onderzoeken en de lage methodologische kwaliteit ervan kunnen er geen sterke conclusies getrokken worden, maar de trend van deze onderzoeken is wel dat mensen met HMS die oefentherapie krijgen minder klachten ervaren dan wanneer ze dat niet krijgen. Er ligt op dit gebied nog een mooie opening voor toekomstig onderzoek, ook om verder te beoordelen of algehele fysiotherapie beter is dan gewrichts-specifieke therapie.

Related Articles