Extra spieractivatie via mindful krachttraining bij laag belastbare patiënt

Bodybuilders focussen hun proprioceptieve aandacht tijdens de krachttraining op de specifieke spier die ze willen trainen. Maar heeft dit effect? Als deze proprioceptieve aandachtsfocus een extra neuronale drive naar de spier geeft en extra lokale spiervermoeidheid zal dit het effect van krachtraining verhogen. Binnen de fysiotherapeutische revalidatie kan dit een zinvolle ‘facilitatie’ zijn. De neuronale drive naar een spier is perifeer via het EMG te meten. De vraag is dus of het richten van de aandachtsfocus op de proprioceptieve sensaties van de spier die men belast bij krachttraining een hogere EMG-activiteit genereerd dan als men de aandacht niet bij de spier houdt.
Eerder onderzoek toonde al dat men met verbale instructies specifiek gericht op een spier tijdens de training de EMG-activiteit van de spier kan verhogen. Dat is aangetoond voor:
- flexoren van de elleboog en de been spieren (Sahaly, e.a. 2003),
- core musculatuur tijdens een squad (Bressel, e.a., 2009),
- tijdens de trunk curls (Karts, e.a. 2004),
- abdominal hollowing exercise (Critchely, e.a.2002),
- latissimus doris tijdens de pull-down (Snyder, e.a. 2009),
- pectoralis major versus triceps tijdens de bench press (Snyders, e.a. 2012).
De trainingsintensiteit was in deze studies verschillend. De vraag is of het effect van proprioceptieve aandacht focus afhankelijk is van de trainingsintensiteit. Het is namelijk aannemelijk dat de bewuste toename in spieraanspanning wel mogelijk is bij lagere trainingsintensiteiten, maar niet bij hogere. De auteurs van dit artikel deden onderzoek naar deze dosis-respons relatie.
Methode
Aan dit onderzoek deden 18 jonge mannen mee, die minimaal 1 jaar, 3 keer per week aan krachttraining gedaan hadden. Het onderzoek richtte zich op de activiteit van de triceps versus pectoralis major tijdens de bench press. Tijdens een eerste sessie werd de 1 RM bepaald. Minimaal 2 dagen later vond de experimentele sessie plaats. Vanuit de 1 RM-waarde werd de 20, 40, 50, 60, en 80% RM bepaald. Tijdens het experiment werd de trainingsbelasting en de uitvoering (snelheid, houding, gewrichtshoeken), nauwgezet hetzelfde gehouden. Afwisselend (random) moest men een gangbare bench press doen, of een bench press met de proprioceptieve aandachtsfocus bij de triceps of de pectoralis major. De instructie was “probeer je te focussen om alleen de borstspieren (of tricpes) te gebruiken”. Dit werd uitgevoerd met de verschillende trainingsintensiteiten.
Resultaten
Tijdens aandachtsfocus treedt er in de betreffende spier een verhoogde spieractivatie (EMG) plaats. Dit effect werd wel bij gematigde intensiteit gezien (tussen 20-60% RM), maar niet bij hoge intensiteit (80% RM). De extra activatie betrof een gemiddelde toename van 5-9%. Deze selectieve spieractivatie ging niet ten koste van de spieractivatie van de andere spier. Tijdens de concentratie op de triceps nam de spieractiviteit in bijvoorbeeld de pectoralis major niet af.
Er werd geen dosis-respons relatie gevonden, maar wel een drempel: bij 80%RM verdwijnt het voordeel van aandachtsfocus op spieractivatie.
Opmerking samenvatter
De extra activatie vertoont parallellen met het onderscheid tussen externe focus en interne focus dat in ander onderzoek wordt gevonden. Bij een externe aandachtsfocus is men gericht op het effect van de beweging op de omgeving, (bijvoorbeeld het bewegen van de bench press in een rechte lijn naar zijn eindpunt). Een externe focus geeft een lagere spieractivatie dan een interne focus. Dit is aangetoond voor de biceps brachi (aandacht bij stang versus spier) (Vance, e.a., 2004; Marchant, e.a., 2009; Grieg, e.a., 2014). Bij een interne aandachtsfocus houdt men de aandacht bij de lichaamsproprioceptie en is de activatie hoger.
Al met al suggereren deze bevindingen dat de neuronale drive richting de spier toeneemt met een interne aandachtsfocus. Dat is handig als men daadwerkelijk aan spiertraining wil doen. Bij eenzelfde intensiteit kan dan een hogere neuronale drive bereikt worden en daarmee een groter trainingseffect. Bij laag belastbare patiënten is dat een erg relevant voordeel. Het effect treedt alleen op bij lagere traingingsintensiteiten, dat wil zeggen trainingsintensiteiten die juist bij laag belastbare patiënten gebruikt worden. Dat maakt dat traag en aandachtig bewegen, mindful bewegen, binnen de fysiotherapie een plaats verdient.
Het huidige onderzoek richt zich op de extra spieractivatie tijdens krachttraining. De vraag is of deze aandachtsfocus op het lichaam of spierniveau ook gunstige effecten heeft bij lichtere vormen van mindful bewegen zoals bij de Bartenieff fundamentals, Feldenkrais methode of Tai chi. Mindful bewegen wordt bij psychfysio aangeboden bij dansante fysiotherapie, de mindful fysiotherapeut en motorisch trainen bij musculoskeletale pijn.
Bron Calatayud, J., Vinstrup, J., Jakobsen, M. D., Sundstrup, E., Brandt, M., Jay, K., . . . Andersen, L. L. (2016). Importance of mind-muscle connection during progressive resistance training. Eur J Appl Physiol, 116(3), 527-533.
Artikel delen:
Zin in een leuke en boeiende cursus?
Kijk dan hier voor inspiratie!
" 3000+ tevreden fysiotherapeuten gingen je voor. "
Nieuwsbrief
Elke twee weken 2 samenvattingen voor fysiotherapeuten. Gratis, al 18 jaar. 6000+ fysiotherapeuten gingen je voor.
Volg ons op facebook:
Database met 1500+ artikelen
2025
8 dagen. Start 1 september 2025. Prijs € 1395,-…
9 dagen. Start 9 september 2025. Prijs € 1695,-…
8 dagen. Start 13 maart 2025. Prijs € 1395,-…
3 dagen. Start 30 mei 2025. Prijs € 495,-…
3 dagen. Start 16 mei 2025. Prijs € 495,-…
4 dagen. Geannuleerd Gordon Browne geeft in Nederland twee…


