Motiverende gespreksvoering tijdens standaard fysiotherapie is zinvol bij chronische rugpatiënten

Er zijn weinig studies die motiverende gespreksvoering onderzocht hebben in relatie tot patiënten met chronisch lage rugpijn. De drie studies die de auteurs vonden waren matig van methodologische kwaliteit en vonden geen duidelijke effecten van motiverende gespreksvoering. De auteurs doen een nieuwe poging met meer recente vragenlijsten. Ze willen weten of Motivational Enhancement Therapy (MET: een aanpassing van motiverende gespreksvoering naar een pijnrevalidatie setting) een additioneel effect heeft wanneer ze toegevoegd wordt aan fysiotherapeutische interventies bij chronische lage rugpijn.
Voor een samenvatting over de essenties van motiverende gespreksvoering, zie Niet vechten met de patiënt: de essentie van motiverende gespreksvoering.

Methode

Aan dit onderzoek deden 88 patiënten mee, waarvan er 76 de studie voltooien. Ze hebben minimaal drie maanden (aspecifieke) lage rugpijn, maar hebben de afgelopen drie maanden geen fysiotherapie gehad.
De deelnemers werd random verdeeld over de Fysiotherapie+MET groep of de standaard fysiotherapie groep. De drie fysiotherapeuten in de MET groep werden 8 uur getraind in MET en moesten 2 weken voor aanvang oefenen met patiënten. De drie fysiotherapeuten in de standaard groep kregen algemene communicatie training.
Alle patiënten kregen 8 sessies fysiotherapie, één keer per week, van 30 minuten. De standaard fysiotherapie bestond uit een combinatie van interferentie gedurende 15 minuten gevolgd door oefentherapie. De patiënten in de fysiotherapie+MET groep kregen tijdens de behandelingen ook MET gesprekken gericht op motiveren tot aanpassing van de leefstijl.

Primaire uitkomstmaten
Motivationele status

• Pres ( Pain Rehabilitation Expectations Scale: Cheing, e.a. 2010)
• PSEQ (Pain Self-Efficacy Questionnaire: Nicholas, 2007. https://psychfysio.nl/nieuws/1_02_3.html)

Secondaire uitkomstmaten

• Pijn intensiteit: VAS,
• Fysiek functioneren: ROM van de rompbewegingen. Functionele kracht van de romp bij tillen,
• Gerapporteerde beperkingen: Roland-Morris Disability Questionnaire: (Roland, e.a., 1983),
• Ervaren fysieke status:  Aantal relevant schalen van de SF-36. Fysiek functioneren, rol/fysiek, Pijn, algemeen gezondheid,
• Oefentrouw: logboek

Resultaten

De fysiotherapie+MET groep toont een significant grotere verbetering na de therapie op motivatie (= vertrouwen in effectiviteit behandelaar, werkalliantie, en verwachtingen van de behandeling). Bovendien functioneren ze significant beter op de til taak, de SF-36 algemene gezondheidschaal en op therapietrouw. Er was een trend zichtbaar voor een sterkere pijn afname (VAS) en minder beperkingen (Roland-Morris Disability Questionnaire).

Opmerking samenvatter

Interessant onderzoek omdat de motivatie techniek toegevoegd is aan standaard fysiotherapie. Dat wil zeggen dat er geen aanpassingen werden gedaan in de traditionele behandelcontext van de fysiotherapeut, maar dat de methode zich voegde naar de context van de fysiotherapie. Waarschijnlijk werden de motiverende gesprekken vooral tijdens interferentie therapie gegeven. Dat is natuurlijk wel een duidelijk verschil met de Nederlandse context…