Zelfhulp (bibliotherapie) bij paniek werkt goed, mits er een duidelijke deadline is
Een meta-analyse rond zelfhulp interventies bij angst laat een effect sterkte van rond de d=0,53-0,56 zien tussen controle groepen bij paniek. Deze effectsterkte is vergelijkbaar met directe therapeutische contacten. Bibliotherapie is ook geopperd. De patiënt neemt dan zelf een boek door. Mogelijk is deze zelfstandige therapie voor gecompliceerde problemen onvoldoende, en is het moeilijk voor een patiënt om gemotiveerd te blijven. Behandeling van paniek met bilbiotherapie blijkt te werken als het vergezeld gaat met minimaal contact met een therapeut. De vraag is of bij bibliotherapie echt een therapeut nodig is en hoe vaak? Het bewijs samenvattend is er onderbouwing dat bibliotherapie voor paniek even effectief kan zijn als face-to-face therapie mits het door een therapeut begeleid wordt.
In de huidige studie willen de auteurs onderzoeken wat het effect van bibliotherapie is als er slechts twee therapeutische begeleidingssessie zijn: één rond de aanvang van screening en diagnostiek. En een tweede therapeutisch contact bij een duidelijk vastgelegde deadline waar het afrondende follow-up interview plaatsvindt. Er vind dus geen begeleiding tijdens de behandel fase plaats. De patiënt voert het programma zelfstandig uit.
Methode
Aan dit onderzoek deden na selectie 69 deelnemers met paniekstoornis met of zonder agorafobie mee. De PDSS werd afgenomen (Panic Disorder Severity Scale (Shear, e.a. 1997). Na klinische beoordeling van de PDSS bleven er 40 deelnemers (29 vrouwen/11 mannen) over die random verdeeld werden over de behandelgroep en de wachtlijst controlegroep. Voor aanvang van de behandeling werden de volgende vragenlijsten via internet afgenomen:
- Angst voor lichamelijke symptomen: Body Sensation Questionnaire (BSQ: Chambless, e.a., 1984).
- Angst voor paniekgedachten: Agoraphobic Cognitions Questionnaire (ACQ: Chambless e.e., 1984).
- Agorafobische vermijding: Mobility Inventory for Agoraphobia (Chambless, e.a., 1985).
- Depressieve symptomen: Beck depression Inventory (BDI: Beck, e.a., 1961).
- Verandering in depressie symptomen: Montgomery Asberg depression Rating Scale-Self-rated version (Montgomery, e.a., 1979).
- Angstsymptomen: Beck Anxiety Inventory (Beck, e.a., 1988).
- Kwaliteit van leven: Quality of Life Inventory (Frisch, e.a., 1992).
- Paniek ernst: Panic Disorder Severity Scale (PDSS: Shear, e.a. 1997)
Aan het eind van de tien weken behandelperiode en na drie maanden follow-up werden dezelfde vragenlijsten afgenomen. Direct na de tiende week vond ook het telefonische interview plaats dat al bij aanvang vastgelegd was.
Na het screenen en de vragenlijsten kreeg de behandelgroep een zelfhulp boek van ruim 300 pagina’s per mail thuis gestuurd en een geschreven instructie hoe ze het boek konden gebruiken. Bovendien ontvingen ze een paniek dagboek waarin ze de frequentie, de duur en de symptomen moesten opschrijven. Er werd aangegeven dat ze contact konden opnemen als ze een vraag hadden (dit deed niemand). De opdracht was één hoofdstuk per week door te nemen. De thema’s van de hoofdstukken waren:
- H1-2: psycho-educatie en ‘wennen’ aan de behandeling.
- H3: ademtraining en hyperventilatietest.
- H4-5: informatie over- en oefeningen in cognitieve herstructurering.
- H6-7: instructies over interoceptieve exposure.
- H8-9: exposure in vivo.
- H10: terugval preventie en assertiviteit
Aan het eind van elk hoofdstuk was een kennisquiz. Elke hoofdstuk bevatte huiswerkoefeningen.
Resultaten
Op alle maten ging de behandelgroep meer significant vooruit dan de wachtgroep. De effectsterkte ten opzichte van de wachtgroep was sterk en lag tussen de d=1,0-1,6. 80% van de behandelgroep voldeed na de zelfbehandeling niet meer aan paniekstoornis volgens de PDSS, tegen 5% van de wachtgroep.
Opmerking samenvatter
Wat interessant is aan dit onderzoek is dat er alleen contact is tijdens de diagnostische fase en direct na het beëindigen van de behandeling. Dit laatste tijdens een duidelijk afgesproken deadline (beide via telefonisch contact). De effecten van het zelfhulpprogramma zijn sterkt te noemen. De auteurs speculeren dat de duidelijk vastgestelde deadline de patiënt motiveert zijn inspanningen te leveren. Dit onderzoek is interessant voor fysiotherapeuten. Ten eerste kunnen soortgelijke programma’s ontwikkeld worden voor patiënten met bijvoorbeeld rug- en nekklachten. Een andere reden die van belang is en dicht bij dit onderzoek licht is efficiënt en effectief interveniëren op psychosociale variabelen binnen de fysiotherapie. De fysiotherapeut kan bijvoorbeeld herkennen en bespreekbaar maken dat er bepaalde psychosociale factoren spelen die mogelijk het herstel belemmeren. Vervolgens biedt de fysiotherapeut de patiënt een zelfhulpmethode aan gericht op psychosociale factoren. Het huidige onderzoek leert ons dat een duidelijke deadline stellen en dan op het gelezen/doorgenomen terugkomen waarschijnlijk erg belangrijk is om effect te hebben. Zo kan men bijvoorbeeld aan een zelfhulpboekje ten aanzien van disfunctionele cognities denken (RET) of bijvoorbeeld een zelfhulpboek over positieve psychologie of meer gezondheid georiënteerd over bijvoorbeeld omgaan met chronische pijn etc.
Nordin, S., Carlbring, P., Cujpers, P., Andersson, G. (2010). Expanding the limits of bibliotherapy for panic disorder: randomized trial of self-help without support but with a clear deadline. Behavior Therapy, 41, 267-276.
Artikel delen:
Zin in een leuke en boeiende cursus?
Kijk dan hier voor inspiratie!
" 3000+ tevreden fysiotherapeuten gingen je voor. "
Nieuwsbrief
Elke twee weken 3 samenvattingen voor fysiotherapeuten. Gratis, al 17 jaar. 6000+ fysiotherapeuten gingen je voor.
Database met 1500+ artikelen
2025
8 dagen. Start 1 september 2025. Prijs € 1395,-…
9 dagen. Start 9 september 2025. Prijs € 1695,-…
8 dagen. Start 13 maart 2025. Prijs € 1395,-…
3 dagen. Start 30 mei 2025. Prijs € 495,-…
3 dagen. Start 16 mei 2025. Prijs € 495,-…
4 dagen. Geannuleerd Gordon Browne geeft in Nederland twee…


