Met drie hinksprongen bereikt een groot deel van de patiënten niet zijn maximale hink afstand

De hinksprongtest wordt veel gebruikt als een uitkomstmaat bij revalidatie van de voorste kruisband. De test is vooral betrouwbaar als de maximale afstand nagestreefd wordt omdat submaximale afstanden meer variabiliteit laten zien. Zowel vaardigheid als vertrouwen is nodig om een maximale hinksprong uit te voeren.

Het is onbekend in hoeveel hinksprongen het maximum wordt bereikt. De onderzoekers laten een aantal hinksprongen achter elkaar maken. Ze definiëren de maximale hinksprong als volgt: het maximum is bereikt als twee hinksprongen daaropvolgend lager zijn dan de hinksprong daarvoor. De auteurs willen daarom weten in hoeveel hinksprongen de maximale hinksprong benaderd kan worden bij patiënten met voorste kruisband problematiek.

Methode

46 deelnemers met een voorste kruisbandlaesie en 24 met een reconstructieplastiek (8 weken postoperatief), doen mee.

De hinksprongtesten worden als volgt uitgevoerd: de horizontale hinksprong (HH), verticale hinksprong (VH), en de driedubbele gekruiste hinksprong (TCH) zijn in deze volgorde uitgevoerd. De niet-aangedane zijde eerst.

• HH: proefpersoon staat op één been, en maakt dan een maximale sprong voorwaarts naar mat. De hiel-hiel afstand wordt gemeten.
• VH: de persoon staat op één been, zijwaarts naast een muur, met het testbeen aan de muurzijde. Terwijl de hiel aan de grond blijft geeft men met een gekalkte middelvinger zo hoog mogelijk een stip op de muur. Daarna hinkt men met het testbeen zo hoog mogelijk en zet een tweede stip.
• TCH: zigzaggend op één been langs een lijn springen, drie sprongen. De breedte van de lijn is 15 cm. De totale afstand wordt opgemeten.

Resultaten

Met 0-5 pogingen bereikt slechts 40 tot 87% van de patiënten hun maximum. Tussen de 0-10 pogingen heeft 72-100% van de patiënten hun maximum bereikt. Met 0-15 pogingen bereikt 95-100% van de patiënten hun maximum.

Conclusie

Vaak worden in meetprotocollen 3-5 hinksprongen gevraagd en wordt de maximale afstand berekend. Uit dit onderzoek komt naar voren dat dan een deel van de patiënten nog niet op zijn maximum zit. Met 10-15 sprongen halen de meeste patiënt wel hun maximum.