Angst voor bewegen bij WAD I & II verminderen door exposure-therapie of intensieve educatie
Exposure-therapie blijkt werkzaam bij patiënten met lage rugpijn die bang zijn om te bewegen, maar voor whiplash klachten is dat nog niet systematisch onderzocht. Zo ook blijken educatieprogramma’s, vaak in combinatie met fysiotherapie, effectief te zijn bij sommige musculoskeletale stoornissen. Maar ook bij whiplash is de effectiviteit daarvan nog onzeker. De auteurs van dit artikel onderzochten daarom wat het effect was van exposure-therapie versus educatie/fysiotherapie op angst voor te bewegen en klinische verbetering bij patiënten met subacute WAD I en II.
Methode
De 191 patiënten werden random toegewezen aan een van de drie volgende behandelgroepen:
Stress, angst, somberheid, burn-out?
Contact
0621867046
Het is oplosbaar!
- Informatiefoldergroep: Informatiefolder over de symptomen van WAD en het belang van het oppakken van normale activiteiten.
- Discussie groep: De bovenstaande informatiefolder en drie didactische discussie sessies van twee uur. Deze vonden om de twee weken plaats. Bij deze discussie sessies waren een arts, fysiotherapeut en psycholoog betrokken. De inhoud van de folder werd daarbij nader uitgewerkt.
- Exposure groep: De bovenstaande informatiefolder in combinatie met desensitisatie van gevreesde en vermeden activiteiten via verbeelding en directe exposure. De deelnemers kregen drie sessies exposure-therapie. Deze werden om de twee weken gegeven. Tijdens de baseline sessie waren de foto’s van nekbewegingen op de PFActS-C door de deelnemer gescoord op de mate van vrees die ze voor de beweging hadden. Zo werd er een hiërarchie samengesteld van bewegingen waar men veel vrees voor had, gematigde vrees of lage vrees. In de eerste sessie verbeeldden de deelnemers dat ze de bewegingen uitvoerden van twee of drie foto’s waar men weinig vrees voor had. Daarna werd de deelnemer gevraagd deze bewegingen uit te voeren. Elke keer werd dit uitgevoerd met de expliciete opdracht van tevoren te ontspannen en ook ontspannen te blijven tijdens de verbeelding van de beweging en tijdens de uitvoering van de beweging. Deze oefening werd herhaald tot de deelnemer zonder angst de beweging kon verbeelden en uitvoeren. Een reductie van 30% in angst of zorg op een schaal van 1-10 werd als een criterium gehanteerd. In sessie twee werd geoefend met foto’s met bewegingen waar gematigde vrees voor was. In trainingssessie drie tenslotte met bewegingen waar men veel vrees voor had.
Tien dagen na de derde sessie, dus na zes weken + tien dagen, werd de tweede meting uitgevoerd: de eindmeting.
Metingen bij aanvang en aan het eind van de therapie:
- Beperkingen: Neck Disability Index [NDI].
- Pijn ernst: subschaal van de Multidimensional Pain Inventory.
- Pijn interferentie: subschaal van de Multidimensional Pain Inventory.
- Depressieve stemming: Center for Epidemiological Studies Depression Scale.
- Eigen effectiviteit: Chronic Pain Self-Efficacy Scale [CPSS].
- Pijn gerelateerde angst: Pain Anxiety Symptoms Scale [PASS].
- Posttraumatische stress stoornis: PTSD Checklist [PCLC].
- Angst voor specifieke nekbewegingen: PFActS-C.
Resultaten
Bij aanvang waren beide groepen goed aan elkaar gelijk. Na de behandeling bleek alleen de exposuregroep significant beter vooruit te zijn gegaan op de NDI dan de groep die alleen de informatiefolder had gehad. Ook had de exposuregroep significant minder angst voor specifieke nekbewegingen dan de informatiefoldergroep. De exposuregroep had een sterkere reductie in ernst van de pijn dan de informatiefoldergroep of de discussiegroep. De eigen effectiviteit rond chronische pijn was in de exposuregroep sterker verbeterd dan in de informatiefoldergroep. Ditzelfde patroon zag men bij posttraumatische stressstoornis symptomen.
Samenvattend: vooral de exposuregroep deed het op bijna alle maten beter dan de informatiefoldergroep. Maar tussen de exposuregroep en de discussiegroep bleken er geen duidelijke verschillen. Mediatie-analyse toonde aan dat de reductie in angst de beste voorspeller was op vooruitgang op de NDI.
Opmerkingen samenvatter
Dit artikel toont fysiotherapeuten dat bij whiplashpatiënten die angst hebben voor specifieke nekbewegingen de therapie gericht moet zijn op het reduceren van die angst. Exposure-therapie blijkt een goede keuze te zijn omdat de patiënten daarbij op de NDI het sterkst vooruitgaan. Maar ook intensieve educatie (folder en drie uitgebreide 1:1 gesprekken) bleek effectief te zijn. Kijkend naar een fysiotherapeutische setting in de eerste lijn is exposure-therapie (met informatiefolder) aangevuld door meerdere korte gesprekken waarschijnlijk de meest reële optie.
Bron Robinson, J. P., Theodore, B. R., Dansie, E. J., Wilson, H. D., & Turk, D. C. (2013). The role of fear of movement in subacute whiplash-associated disorders grades I and II. Pain, 154(3), 393-401.
Artikel delen:
Zin in een leuke en boeiende cursus?
Kijk dan hier voor inspiratie!
" 3000+ tevreden fysiotherapeuten gingen je voor. "
Nieuwsbrief
Elke twee weken 2 samenvattingen voor fysiotherapeuten. Gratis, al 18 jaar. 6000+ fysiotherapeuten gingen je voor.
Volg ons op facebook:
Database met 1500+ artikelen
2024-2025
5 dagen. Start 16 oktober 2024. Prijs € 995,-…
3 dagen. Start 14 november 2024. Prijs € 495,-…
3 dagen. Start 31 januari 2025. Prijs € 495,-…
9 dagen. Start 7 januari 2025. Prijs € 1695,-…
5 dagen. Start 11 januari 2025. Prijs € 995,-…
8 dagen. Start 6 februari 2025. Prijs € 1395,-…
3 dagen. Start 12 maart 2025. Prijs € 595,-…
8 dagen. Start 13 maart 2025. Prijs € 1395,-…
3 dagen. Start 22 maart 2025. Prijs € 595,-…