Hands-on of hands-off werken bij chronische primaire nekpijn?

De pijnperceptie van patiënten met chronische primaire nekpijn wordt beïnvloed door een complexe interactie tussen biologische, psychologische en sociale factoren. Vandaar dat men kan spreken van een biopsychosociaal perspectief op pijnverwerking. Conservatieve behandelvormen bij chronische primaire nekpijn zijn in twee groepen te verdelen: hands-off benaderingen en hands-on benaderingen. De hands-off benadering laat zich minder leiden door de pijn. Tevens ze zoekt de oplossing van het pijnprobleem niet in lokale biologische verstoringen. Men kan hierbij denken aan oefeningen, psychologische interventies, of bijvoorbeeld ontspanningstherapie. De hands-on benadering hanteert wel een biomechanische kijk op het pijnprobleem en richt zich doorgaans op lokaal weefselniveau. Men kan hierbij denken aan manuele therapie, dry needling, of bijvoorbeeld massage.

In de recente wetenschappelijke literatuur zijn voor beide benaderingen onderzoeken te vinden die een positieve uitkomst laten zien. Wat echter niet duidelijk wordt is wanneer men voor welke benadering moet kiezen. En ook is het onduidelijk of een combinatie van hands-off en hands-on therapie meerwaarde heeft dan alleen hands-on of alleen hands-off benaderingen. Er zijn elke aanwijzingen dat oefeningen met manuele therapie een duurzamer effect heeft op chronische nekpijn dan manuele therapie alleen. Toch is er meer onderzoek nodig, vooral ook vanuit een breder biopsychosocale perspectief op de uitkomst maten.

Methode en resultaten

De onderzoekers doorzochten de relevante databases, zoals PubMed, Scopus, en Cochrane Library, voerden een systematisch literatuuronderzoek uit. Uiteindelijk konden 15 onderzoeken meegenomen worden in de systematische review. Enkele kenmerken van de studies: de duur van de behandeling varieerden van één sessie tot 11 weken. De meest voorkomende behandelfrequentie was twee keer per week, gevolgd door één keer in de week. In 10 van de 15 studies was het de fysiotherapeut die de hands-off therapie uitvoerde. En in 8 van de 15 studies bood een fysiotherapeut de hands-on benadering aan. Overige hulpverleners waren psychologen, massagetherapeut of bijvoorbeeld een ergonoom.

De volgende uitkomstmaten werden in de verschillende studies gehanteerd (aflopend in frequentie): pijnintensiteit, pijnsensitiviteit, pijngerelateerde anticipatie in sociale rollen, pijngerelateerde emoties, pijngerelateerde overtuigingen.
De meest voorkomende hands-off interventies waren oefeningen en een enkele keer cognitieve gedragstherapie. De aangeboden hands-on benaderingen waren meer divers, waaronder manipulatie, patiëntenvoorlichting, multimodale fysiotherapie, Tuina therapie, of kinesio tape.

De analyse van de meerwaarde van een hands-on benadering toegevoegd aan een hands-off benadering is een gedetailleerd en complex proces, gezien de vele therapiemodaliteiten en de verschillende uitkomstvariabelen. De hieronder vermelde resultaten zijn in het algemeen beperkt qua bewijssterkte, en moeten dan ook behoudend geïnterpreteerd worden.

Pijnintensiteit: een hands-off benadering is niet superieur aan een hands-on benadering op de korte en middellange termijn, maar wel op de lange termijn. De hands-off benadering in combinatie met hands-on benadering was superieur aan een hands-on benadering op de mid en lange termijn.
Pijn sensitiviteit: een hands-off benadering is niet superieur aan een hands-on benadering. De hands-off benadering in combinatie met hands-on benadering was wel superieur aan een hands-on benadering op de korte termijn.
Pijngerelateerde emoties: De hands-off benadering in combinatie met hands-on benadering was niet superieur aan een hands-on benadering.
Pijngerelateerde overtuigingen: De hands-off benadering in combinatie met hands-on benadering was superieur aan een hands-on benadering op de korte termijn, maar niet op de lange termijn.
Pijn gerelateerde participatie in sociale rollen: een hands-off benadering is niet superieur aan een hands-on. De hands-off benadering in combinatie met hands-on benadering was superieur aan een hands-on benadering op de korte en middenlange termijn, maar niet op de lange termijn.

Opmerking samenvatter

Persoonlijk vind ik detaillering aan informatie moeizaam te interpreteren. De fijnmazigheid van de uitspraken, de diversiteit daarvan, en dit ook nog gecombineerd met de mate van kwaliteit van evidentie, maakt het lastig om hier meer duidelijke regels uit te formuleren. Toch komt er naar mijn mening bij nauwgezet lezen een patroon tevoorschijn. In het algemeen komt een hands-off benadering (al dan niet in combinatie met hands-on) er beter vanaf. In heb de bevindingen in de onderstaande tabel weergegeven.

Effect in vergelijk tot alleen hands-on benadering in tijd bezien

kort mid lang
Pijnintensiteit H-off+H-on H-off, H-off+H-on
Pijn sensitiviteit H-off+H-on
Pijngerelateerde emoties
Pijngerelateerde overtuigingen H-off+H-on
Pijn gerelateerde participatie in sociale rollen H-off+H-on H-off+H-on

H-off = hands-off.
H-off+H-on = combinatie vanm hands-off en hands-on

**Bij de lege cellen was er geen verschil tussen de benaderingen of miste de data.

Volgens mij kan men hier drie zaken uit concluderen:

  • Soms zijn de hands-off en hands-on effecten gelijk.
  • Maar de hand-on als solo benadering wint het nooit van hands-off, op welk effect of termijn men dit ook bekijkt.
  • Belangrijker is dat hands-off benadering of de combinatie van hands-off en hands-on het juist wel regelmatig wint van hands-on als solo interventie.

Persoonlijk heb hierbij de indruk dat dit onderzoek toont dat een sterke polarisatie tussen hands-on werken versus hands-off werken niet geheel terecht is. Dit in tegenstelling tot de stellige uitspraken die men op de sociale media kan aantreffen. De hands-on benadering kan soms een gelijk effect hebben als de hands-off benadering. Anderzijds blijkt dat hands-off werken of in combinatie met hands-on toch wel erg vaak beter is.

Bron: Canlı, K., Najem, C., Van Oosterwijck, J., Meeus, M., & De Meulemeester, K. (2025). The effectiveness of hands-off approaches alone or in combination with hands-on approaches in the treatment of chronic cervical pain within a biopsychosocial framework: A systematic review. Journal of Psychosomatic Research, 192, 112086. https://doi.org/10.1016/j.jpsychores.2025.112086

Foto bij artikel door pixdeluxe / iStock

Related Articles

Responses