Chronische pijn patiënten hebben een persoonlijkheid gerelateerd aan neurotransmitters

Chronische pijn gaat vaak samen met een herkenbaar persoonlijkheidsprofiel. Patiënten scoren hoger op harm avoidance en lager op novelty seeking, self‑directedness en cooperativeness. Dit sluit aan bij serotonerge betrokkenheid en vatbaarheid voor piekeren en vermijding.

Het blijft een intrigerende vraag of de persoonlijkheid van de patiënt een rol speelt bij chronische pijn. Het persoonlijkheidssysteem zoals Cloninger dat ontwikkeld heeft, is veelbelovend voor onderzoek bij chronische pijnpatiënten omdat zijn systeem steunt op onderzoek naar psychobiologische systemen van de mens.

Cloninger ziet de persoonlijkheid op gebouwd uit een mix van twee onafhankelijke dimensies:

  • Temperament: een emotioneel systeem bepaalt het temperament- of de fundering van de persoon.
  • Karakter: een cognitief systeem bepaalt het karakter van de persoon.

Onder drie van de vier temperament dimensies die hij weet te onderscheiden liggen verschillende neurotransmittersystemen ten grondslag:

Temperament dimensies

Temperament dimensie Beschrijving Toelichting Neurotransmitter-systeem
1. Harm avoidance Behavioral inhibition subsystem Negatieve geneigdheid tot piekeren over (vermeende) problemen Serotonine
2. Novelty seeking Behavioral activation subsystem Positieve geneigdheid om nieuwe stimuli te onderzoeken Dopamine
3. Reward dependence Behavioral maintenance subsystem Geneigdheid het gedrag voort te zetten bij (sociale)beloning Noradrenalie
4. Persistence Geneigdheid vol te houden ondanks frustratie en vermoeidheid

 

Karakter dimensies

Karakter dimensie Toelichting
1. Self-directedness Wilskracht en vastberadenheid
2. Cooperativeness Tolerantie en empathie
3. Self-transcendence Spiritualiteit

 

Vooral de Harm avoidance dimensie lijkt om twee redenen relevant voor chronische pijn omdat (1) bij chronische pijn serotonine systemen betrokken zijn en (2) de geneigdheid tot piekeren kan predisponeren tot catastroferen over pijn en vermijding van pijn (met ‘kinesiofobie’ als gevolg).

Methode

Om te onderzoeken welke dimensies van Cloninger’s persoonlijkheidssysteem correleren met chronische pijn vergeleken de onderzoekers de persoonlijkheid van 207 chronische pijnpatiënten met de persoonlijkheid van 105 gezonde proefpersonen. De pijnpatiënten hadden hoofdzakelijk pijnklachten aan het bewegingsapparaat.

TIP:  Zingeving is belangrijk bij leven met chronische pijn

De volgende eigenschappen werden van de deelnemers met vragenlijsten opgetekend:

  • Pijn: Brief Pain Inventory (BPI).
  • Persoonlijkheid: Temperament and Character Inventory (TCI) van Robert Cloninger (1994) bestaande uit 240 vragen.
  • Depressie: Beck Depression Inventory (BDI).
  • Actueel angstniveau: State-Trait-Anxiety Inventory
  • Somatoforme stoornissen, stemmingsstoornissen, angststoornissen, etc. (DSM As I): MINI Plus.
    Persoonlijkheidstoornissen (DSM As II): SCID II

Resultaten

De chronische pijnpatiënten hadden zoals verwacht significant meer angststoornissen (23%) en stemmingsstoornissen (41%) dan de gezonde controlegroep (1% angststoornis en 3% stemmingsstoornis).
Ook hebben chronische pijnpatiënten vaker een persoonlijkheidsstoornis dan de gezonde controlegroep (41% versus 7%).
De kern van het onderzoek vormde echter het onderzoek naar het persoonlijkheidsprofiel volgens het systeem van Cloninger:

Temperament: wat temperament betreft scoorden de chronische pijnpatiënten in vergelijking met de gezonde controlegroep significant hoger op harm avoidance en significant lager op novelty seeking.
Karakter: wat betreft karakter (cognitief) scoorden ze significant lager op self-directedness en lager op cooperativeness.

Bij nadere analyse bleek er ook een relatie tussen de karakterdimensies van Cloninger en de persoonlijkheidsstoornissen: de dimensies self-directedness en Cooperativeness bleken samen ongeveer 75% van de persoonlijkheidsstoornissen te kunnen detecteren.

Opmerkingen samenvatter

De beschrijving van het persoonlijkheidsprofiel van de pijnpatiënten komt overeen met wat je bij chronische pijnpatiënten zou verwachten: ze hebben een temperament waardoor ze neigen tot harm-avoidance en minder geneigd zijn tot Novelty seeking.

Het is interessant voor ogen te houden dat deze verschillen hoogstwaarschijnlijk verschillen in psychobiologische opmaak representeren. In hun karakter zijn ze cognitief te typeren als minder self-directedness. Dat laatste kan men vrij vertalen naar een lage eigeneffectiviteit verwachting (mogelijk dus ook ten aanzien van de omgang met pijn: Een vragenlijst naar de eigen-effectiviteit verwachting ten aanzien van pijn (PSEQ)

TIP:  Pacing bij chronische pijn en vermoeidheid

Doordat dit onderzoek correlationeel van aard is, valt niet te zeggen of dit persoonlijkheidsprofiel de pijn versterkt of de pijn dit persoonlijkheidsprofiel triggert.

Meer interessante artikelen

Blijf op de hoogte

Peter van Burken

Peter van Burken

Psycholoog / ex-fysiotherapeut. Auteur van Gezondheidspsychologie voor de fysiotherapeut en het boek Mindfulness en Fysiotherapie. Initiator en docent Psychfysio opleidingen.