Interpersoonlijke synchronie dempt pijn bij fibromyalgie

Interpersoonlijke synchronie kan pijn, angst en somberheid bij fibromyalgie verzachten. Herhaaldelijk “in sync” bewegen met anderen – zoals met de fysiotherapeut of in groepsverband – helpt sensorimotorische verstoring en sociaal isolement tegen te gaan. Praktisch inzetbaar via ritmische beweging, ademhaling en gedeelde taken.
Bij fibromyalgie komen pijn, gevoeligheid, vermoeidheid en “fibrofog” samen. Het is een symptoomcomplex dat een grote uitdaging voor de patiënt en ook de fysiotherapeut vormt. De afwezigheid van biomarkers vergroot het gevoel van onbegrip en isolatie. De auteur, Świdrak, J. (2025), van het artikel dat we hier bespreken kadert de symptomen van fibromyalgie als een verstoring van verbindingen. Fibromyalgie is een “pathologie van misconnectie”, oppert ze. Dat geldt op neurofysiologisch, psychologisch en sociaal niveau. Patiënten ervaren wijdverspreide pijn, vermoeidheid, somberheid en cognitieve klachten. Ze voelen zich losgekoppeld van hun lichaam én van anderen. Binnen het brein is de sensorimotorische integratie ontregeld. Binnen de persoon is de relatie met het lichaam verstoord. Sociaal gezien is er vervreemding en wantrouwen.
De centrale gedachte is dat interventies die interpersoonlijke neurale synchronisatie bevorderen, beide kloven kunnen dichten. Met andere woorden, herhaald “in sync” zijn met anderen, waaronder de fysiotherapeut, kan hersen-lichaam en zelf-ander opnieuw verbinden. Daardoor kunnen pijn, depressie, angst en aandachtsproblemen gelijktijdig verbeteren. Dit geeft fysiotherapeutische aangrijpingspunten voor bewegingstherapie, groepsinterventies en de fysiotherapeutische relatie.
Interpersoonlijke synchronie
Dankzij hyperscanning zien we dat twee breinen tijdens interacties in ritme kunnen komen. Dit gaat samen met gedragsmatige en fysiologische afstemming. Synchronie vergroot voorspelbaarheid, verbondenheid en samenwerking. Het kan pijngevoeligheid verminderen en positieve affecten versterken. De auteur hypotheseert daarom dat herhaalde synchronie-ervaringen de “social-bodily-self” herstellen. Dat is het niveau waarop iemand zichzelf voelt in relatie tot anderen. Als die laag verbetert, kan dat de vicieuze cirkel van pijn, angst en vermijding doorbreken. Juist bij fibromyalgie is dat nodig, omdat sensorimotorische verstoringen, negatieve aandachtbias en sociale pijn elkaars effect versterken.
De inzichten richten zich op fibromyalgie, maar zijn breder bruikbaar bij chronische wijdverspreide pijn. Zie ook: Bewegingssynchronisatie inzetten bij centrale pijnsensitisatie. Vooral wanneer patiënten stemmingsklachten, aandachtsproblemen, lichaamsbeeld-verstoring of kinesiofobie tonen, kan synchronie extra waarde hebben. Ook bij een geschiedenis van sociale terugtrekking of eenzaamheid is het relevant. In die profielen kan sociale afstemming een ontbrekende schakel zijn tussen fysieke belasting, emotionele regulatie en pijnmodulatie.
Wat is interpersoonlijke synchronie precies?
Interpersoonlijke synchronie omvat gelijktijdige afstemming van gedrag, fysiologie en hersenactiviteit tussen personen. Denk aan in de pas lopen, samen ademen of elkaars tempo aannemen. In breinonderzoek heet dit inter-brain coherence. De afstemming ontstaat via sensorische kanalen, motorische voorspelling en sociale verwachtingen. Het voelt vaak prettig en verbonden. Tegelijk kan het de grens tussen zelf en ander wat vervagen. Dat vraagt dus om dosering en context. Voor de fysiotherapeut betekent dit: maak synchronie doelgericht en veilig, maar benut juist dat gevoel van verbondenheid om angst en hypervigilantie te dempen.
De literatuur toont dat samen bewegen pijndrempel en stemming gunstig kan beïnvloeden. Dansinterventies verminderen pijn en kinesiofobie en verbeteren cognitie. Groepsbewegen verkleint isolatie en bevordert volhouden. EULAR benadrukt oefentherapie als kernadvies. Psychotherapie werkt mede via een sterke therapeutische alliantie, die samenhangt met bewegingssynchronie en mogelijk met hersenafstemming. Bovendien verbetert sociale interactie de interoceptieve bewustwording. Dit alles wijst op een gemeenschappelijk, sociaal-sensorimotorisch mechanisme dat de fysiotherapeut kan activeren.
Mogelijke werkingsmechanismen
Synchronie vergroot voorspelbaarheid en agency. Daardoor zakt dreiging en daalt nociplastische gevoeligheid. De focus verschuift van interne pijnsignalen naar gedeelde externe ritmes. Dat tempert aandachtbias voor pijn. Tegelijk stimuleert samen bewegen het prefrontaal-motorische netwerk. Dat ondersteunt top-down modulatie en bewegingsplanning. Het verbonden gevoel werkt als sociale beloning. Synchroon bewegen kan oxytocine afgifte en parasympathische processen versterken. Dit geeft een rustigere adem en lagere spierspanning. Bij fibromyalgie kunnen deze positieve effecten het verstoorde lichaamsbeeld en de sensorimotorische mismatch helpen herstellen. De fysiotherapeut kan deze mechanismen op een gecontroleerde manier oproepen, doseren en consolideren.
Implicaties voor de fysiotherapeutische praktijk
Oefeningen kunnen eenvoudig zijn. Kern aspect is dat men (a) samen gelijktijdig beweegt en dat (b) de kwaliteit van dit samen bewegen doorslaggevend is. Die kwaliteit is innerlijk te toetsen door een lijfelijk ervaren gevoel van ‘samen-verbonden-synchroon’ bewegen. Vaak is het daarbij niet duidelijk voelbaar wie het initiatief neemt. Je beweegt als een eenheid. Je kunt dit vergelijken met samen dansen, maar dan wel ‘goed in de pas’.
Synchroon bewegen kan, na een goede uitleg, beginnen met micro-synchronie aan de bank. Kies een gemeenschappelijk tempo voor ademhaling en eenvoudige ritmische bewegingen. Gebruik zachte, ritmische hand-over-hand begeleiding om motorische voorspelling te ondersteunen. Verwoord het tempo hardop, zodat auditieve cues meedoen. Schakel door naar in-de-pas lopen op de gang. Laat patiënt en fysiotherapeut gelijktijdig starten, versnellen en vertragen. Of de een start en de ander sluit zo mooi mogelijk aan. Hierdoor voelt de patiënt agency en voorspelbaarheid, en een veilig samendoen. Benoem dat expliciet. En help de patiënt dit ‘samen gevoel’ te herkennen (lichaamsbewustzijn). Verbind het eventueel aan functionele taken, zoals traplopen of reiken, in een gedeeld ritme.
Groepssessies kunnen dit schaalbaar maken. Werk met kleine cirkels, zodat iedereen elkaar ziet. Zet muziek met duidelijke maat in. Integreer eenvoudige danspatronen die spontane co-regulatie uitlokken, zoals spiegelen of call-and-response. Bouw rustmomenten in met bijvoorbeeld gezamenlijke ademritmes. Sluit af met reflectie op lichaamsgevoel en verbondenheid. Daarmee krijgt interoceptieve winst meer betekenis voor de patiënt. Bij sterke kinesiofobie start je individueel, met kleine bewegingsuitslagen en korte synchrone beweegseries. De patiënt kan dit zelf vanuit veiligheid uitbouwen of de fysiotherapeut neemt, fijn afgestemd, de patiënt mee is een ruimer synchroon bewegen.
De therapeutische relatie is óók een synchronisatie-instrument. Plan momenten van gezamenlijke stilte, afgestemde blik en non-verbale bevestiging. Gebruik pacing-taal die de gedeelde cadans bekrachtigt. Wanneer affectregulatie wankel is, doseer synchronie korter en wissel af met individuele focus. Zo bewaak je zelf-ander grenzen. Leg uit dat het “prettige samengevoel” een therapeutisch middel is, geen doel op zich. Dat bevordert autonomie en voorkomt afhankelijkheid. Dansante fysiotherapie is bij uitstek geschikt om het element van synchroon bewegen maximaal in te zetten.