Associatie tussen nekpijn en palpatie gevoeligheid trapezius

Nek/schouder pijn komt bij ongeveer de helft van de kantoormedewerkers voor en verhoogt de kans op langdurig ziekteverzuim met 35%. Dit onderzoek richt zich op de associatie tussen palpatie gevoeligheid van de m. trapezius en de gerapporteerde pijnintensiteit van nek/schouder pijnklachten.

Methode

De participanten werden gerekruteerd uit een al lopende RCT onder een grote groep kantoorpersoneel. De deelnemers kregen een vragenlijst thuisgestuurd waarbij ze op een VAS-schaal moesten aangeven hoe erg de nek/schouder pijn de afgelopen drie maanden was geweest. Daarnaast moesten ze bij zichzelf de spiergroep tussen de nek en schouder palperen –naar aanleiding van meegestuurde instructies en afbeelding- en de gevoeligheid scoren als ‘niet gevoelig’, ‘enigszins gevoelig’ of ‘erg gevoelig’. In een pilotstudy was gemeten dat de gemiddelde palpatie van ongetrainde proefpersonen ongeveer 20N was, met een duur van 4 tot 6 seconden. Daarnaast werd de aanwezigheid van eventuele chronische ziekten uitgevraagd.

Resultaten

In totaal vulden 653 medewerkers (=60%) de vragenlijsten over gezondheid en werkcondities in; 179 mannen en 454 vrouwen. Bij de mannen scoorde 51% ‘niet palpatie gevoelig’, 42% ‘enigszins gevoelig’ en 7% ‘erg gevoelig. Bij de vrouwen was dit respectievelijk 18%, 59% en 23%. Dit was een significant verschil tussen de twee geslachten. De gemiddelde scores op de VAS-schaal betreffende de nek/schouder pijn in de afgelopen drie maanden waren bij de mannen met ‘niet palpatie gevoelig’ 1.4, met ‘enigszins palpatie gevoelig’ 3.1, en met ‘erg palpatie gevoelig’ 5.1, bij de vrouwen waren deze scores 1.5, 3.8, en 5.7. De auteurs vatten die op als referentiewaarden.

Deze resultaten zijn in een grafiek weergegeven en gezien de uitkomst hiervan hebben de auteurs een wiskundige vergelijking kunnen maken van de ervaren nek/schouderpijn in de afgelopen drie maanden pijn als voorspeller van de prevalentie (%) palpatie gevoeligheid van de trapezius descendens onder het kantoor personeel. De vergelijking voor de groep met ‘geen palpatie gevoeligheid’ luidt bijvoorbeeld als volgt:

Y geen gevoeligheid = 1,7127×2 – 21,601x + 66,931
Y enige gevoeligheid = -2,6846×2 + 21,181x + 31,696
Y sterke gevoeligheid = 0,9723×2 + 0,4174x + 1,3738

De Y staat voor prevalentie (%) van palpatie gevoeligheid in een populatie en de X staat voor VAS pijn intensiteit in de afgelopen drie maanden.
Op deze manier kan je dus –theoretisch- uitrekenen hoeveel mensen een palpatie gevoelige trapezius hebben op basis van de gerapporteerde nek/schouder pijn.

Opmerkingen samenvatter

Deze studie laat een sterke associatie zien tussen ervaren pijn nek/schouder pijn van de afgelopen drie maanden en zelfgemeten gevoeligheid van de m. trapezius descendens. Ondanks dat er op de methodologie van dit onderzoek wat aan te merken is, is de aanpak van dit onderzoek interessant, door een wiskundige formule te plakken op zoiets subjectiefs als pijnbeleving en zelf gemeten spiergevoeligheid. De auteurs stellen dat ze door middel van dit onderzoek referentiewaarden hebben kunnen vaststellen van nek/schouder pijnintensiteit bij kantoorpersoneel met geen, enigszins of erg gevoelige m. trapezius.