Nooit te oud om te beginnen met matig tot intensief bewegen

Ouderen van 60+ verlagen hun risico op hart- en vaatziekten zodra ze minimaal één keer per week matig tot intensief gaan bewegen. Wie juist stopt met bewegen, loopt aanzienlijk meer risico. Belangrijk: dit geldt ook voor patiënten met chronische aandoeningen.

Je bent nooit te oud om te beginnen met bewegen en daarmee de kans op een hart- en vaatziekte te verminderen. Dat is de conclusie die Zuid-Koreaanse onderzoekers trokken nadat ze gegevens van meer dan 1,1 miljoen 60 plussers hadden bestudeerd. Ze vroegen zich af of er een dosis-respons relatie is tussen de frequentie van matig tot intensief bewegen en het risico op een hart- en vaatziekte. Met andere woorden, als een actieve oudere, het wat rustiger aan gaat doen, neemt het risico op een hart- en vaatziekte dan toe? En andersom, neemt het risico af wanneer een oudere juist vaker intensief gaat bewegen? Nu blijkt dat ouderen die vaker matig tot intensief gaan bewegen minder risico lopen op een hartinfarct of een beroerte in vergelijking met ouderen die fysiek inactief blijven. Dat geldt niet alleen voor ouderen die verder relatief gezond zijn, maar ook voor diegenen die een chronische aandoening hebben. Methode De ouderen kregen bij een grote tweejaarlijkse gezondheidsscreening tweemaal een vragenlijst voorgelegd. Beide keren beantwoordden ze vragen over hun leefgewoonten. Ze moesten onder andere aangeven hoe vaak ze minstens dertig minuten per dag matig intensief bewogen, zoals wandelen of tuinieren, en hoe vaak ze minstens twintig minuten…

Premium artikel

Toegankelijk voor fysiotherapeuten die ingeschreven zijn op de nieuwsbrief. Nog niet ingeschreven? Meld je kosteloos aan voor de nieuwsbrief en krijg direct toegang tot alle premiumartikelen.

Lees verder:  Slechte kwaliteit van voeding draagt bij aan chronische pijn

Meer interessante artikelen

Blijf op de hoogte

Shanty Sterke

Shanty Sterke

Fysiotherapeut/ bewegingswetenschapper/wetenschapsjournalist. Referent/samenvatter met specialisatie ouderen.