Het verband tussen nekklachten en migraine aanvallen

De associatie tussen nekpijn en migraine is sterk, zoals al in meerdere onderzoeken is aangetoond. Migraine en nekpijn kunnen elkaar wederzijds beïnvloeden. Toch wordt onderzoek van de nek bij mensen met migraine nog niet vaak uitgevoerd en worden weinig mensen doorverwezen voor behandeling van de nek. Bij lichamelijk onderzoek vindt men vaak stijve nekmusculatuur, protrusie van het hoofd, triggerpoints in de cervicale spieren en vermindering van bewegingsuitslag. De hypothese in dit onderzoek is dat mensen met chronische migraine of veel aanvallen meer nekklachten zouden hebben dan mensen met episodische migraine met minder aanvallen. Het doel van dit onderzoek is (1) om de verschillen in cervicale range of motion (CROM) en nekpijn gerelateerde beperkingen bij mensen met chronische migraine (CM) en episodische migraine (EM) te evalueren en (2) om de correlatie vast te stellen tussen CROM en nekpijn.

Methode

Mensen met minder dan 15 dagen migraineklachten per maand werden gerekend in de EM groep, mensen met meer dan 15 dagen klachten per maand vielen in de CM groep. De cervicale bewegingsuitslag werd gemeten door middel van een apparaatje wat op het hoofd werd geplaatst en wat op die manier de range of motion bij flexie, extensie, lateroflexie en rotatie kon meten (Florencio 2010). Vervolgens werden de patiënten gevraagd om hun pijn te scoren op een numerieke schaal van 0-10.
Functionele beperkingen gerelateerd aan de nekpijn werden gemeten met de Neck Disability Index (Vernon 2008). Patiënten werden specifiek geïnstrueerd deze lijst in te vullen op basis van hun nekklachten en niet de hoofdpijnklachten (op het item over hoofdpijnklachten na).

Resultaten

In totaal werden 125 mensen geïncludeerd; 91 met EM, 34 met CM. Gemiddeld hadden de mensen met episodische migraine 7 aanvallen per maand, de mensen met chronische migraine 18.8 aanvallen per maand.
De participanten met CM hadden significant meer nekpijn gerelateerde beperkingen dan de mensen met EM. De mensen met EM hadden geen of milde beperkingen door nekpijn, de mensen met CM significant meer matige of ernstige beperkingen. In de cervicale bewegingsuitslag werd geen sifnificant verschil gevonden tussen de groepen. Mensen met chronische migraine rapporteerden wel duidelijk meer pijnklachten tijdens de bewegingen waarbij de verschillen op extensie, links lateroflexie en beide rotatie richtingen significant waren tussen de groepen.

Opmerkingen samenvatter

Dit onderzoek laat duidelijk zien dat er een verband is tussen het aantal migraine aanvallen en nekpijn gerelateerde beperkingen. De bewegingsuitslag van de cervicale wervelkolom is niet zozeer verschillend, als wel de pijn tijdens het bewegen. Hoewel niet onderzocht in dit artikel zou dit een aangrijpingspunt voor een fysiotherapeutische behandeling kunnen zijn om de frequentie en/of intensiteit van migraine te verminderen.