Wat vinden fysiotherapeuten moeilijk patiëntengedrag?


Veel voorkomende gedragsproblemen, starre verwachtingen en therapie-ontrouw onder patiënten belemmeren effectieve behandeling. Dit kwalitatieve onderzoek brengt die uitdagingen in kaart en toont welke patiëntkenmerken behandelaars het meest lastig vinden. Handvatten voor herkenning volgen.
In tegenstelling tot verpleegkunde of geneeskunde heeft het onderwerp ‘de moeilijke patiënt’ weinig aandacht binnen de fysiotherapie. Het nadeel van de term ‘moeilijke patiënt’ is dat dit de oorzaak van het probleem alleen bij de patiënten legt, terwijl het ook bij de fysiotherapeut, of op interactieniveau, kan liggen. Een goede fysiotherapeut-patiëntinteractie is een voorwaarde voor effectieve behandeling. Omdat het nog niet bekend was wat fysiotherapeuten in de eerste lijn verstaan onder ‘moeilijke patiënten’, deden de auteurs hier een kwalitatief onderzoek naar.
Methode
Aan dit onderzoek deed (a) een random steekproef van 20 fysiotherapeuten mee met gemiddeld 14,5 jaar ervaring, en (b) een random steekproef van 17 fysiotherapeuten met minder dan 5 jaar ervaring (gemiddeld 1,7 jaar). De nominale groepstechniek die de onderzoekers gebruikten, bestond uit een zeer gestructureerd groepsgesprek van maximaal 2 uur, bestaande uit 5 fasen:
- Introductie en uitleg.
- Ieder voor zich in stilte genereren van ideeën.
- Het delen van ideeën.
- Groepsdiscussie.
- Stemmen en rangorde van ideeën bepalen.
In totaal waren er zes kleine (hanteerbare) groepen van ongeveer 5 tot 7 fysiotherapeuten. Tijdens elke bijeenkomst werden drie thema’s bediscussieerd:
- Kenmerken van moeilijke patiënten.
- Strategieën om met moeilijke patiënten om te gaan.
- Verwachting van fysiotherapeut en patiënt.
In dit artikel beperken de auteurs zich vooral tot de eerste twee thema’s.
Resultaten
Er werden 53 ideeën verzameld rond kenmerken van moeilijke patiënten, vallend in de volgende zeven categorieën: gedragsmatige problemen, verwachtingen van de patiënt, fysieke problemen, pijn, patiëntcommunicatie, psychologische diagnose, psychologische problematiek. De gedragsmatige problemen vonden alle zes de groepen van fysiotherapeuten het moeilijkst om mee om te gaan, gevolgd door de verwachtingen van de patiënt. In deze samenvatting beperken we ons tot deze twee categorieën.
I. Gedragsmatige kenmerken
Hieronder volgt een opsomming van de gedragsmatige kenmerken die de fysiotherapeuten het meest moeilijk vonden om mee om te gaan. Tussen haakjes staat het aantal groepen (1 tot 6) die dit kenmerk inbrachten.
- Passief (geen verantwoording nemen) in eigen herstel. (6)
- Boosheid of agressie naar de fysiotherapeut met betrekking tot het letsel, revalidatie en/of andere hulpverleners die erbij betrokken zijn. (6)
- Beterweter: patiënt die het allemaal beter denkt te weten, maar slecht geïnformeerd is. (6)
- Afhankelijk zijn van één bepaalde behandeling of fysiotherapeut. (6)
- Therapie-ontrouw rond revalidatieadvies of oefeningen (5).
- Eisende patiënt, die kennis, tijd en/of aandacht opeist. (5)
- Manipulatief ten opzichte van gezondheidswerker of gezondheidssysteem. Bijvoorbeeld door verborgen agenda/belangen (5)
- Gebrek aan vertrouwen in de fysiotherapeut of sceptisch ten aanzien van de behandeling (4)
- Onbetrouwbaar (bijvoorbeeld te laat- of niet komen) (3).
- Medical shopping: meerdere gezondheidswerkers raadplegen (3).
- Ontkennen van het probleem of de ernst ervan (3)
- Motivatiegebrek voor fysiotherapie (3)
- Overmatig prestatiegericht en daardoor weinig rust nemend (3)
- Catastroferen of negatief denken (doemdenkers/pessimist) (3)
- Anders (1-2):
- Ontevreden met behandeling en/of leven in algemeen.
- Vooroordelen rond leeftijd.
- Verward.
- Hulpeloos/hopeloos,
- Angstigheid.
- Lage zelfwaardering of zelfvertrouwen.
- Obsessief.
- Overmatig praten.
- Belangrijke zelfonthulling doen.
II. Verwachtingen van de patiënt
Deze vallen in twee categorieën:
- Onrealistische verwachtingen ten aanzien van fysiotherapeut of behandeling. Bijvoorbeeld denken dat de fysiotherapeut het in één sessie kan oplossen, of binnen één sessie alle problemen aandacht geeft.
- Vooropgezette ideeën over fysiotherapie (bijvoorbeeld de aard van het probleem, de passende behandeling, of het aantal sessies dat nodig is)
Strategieën die genoemd worden om met een moeilijke patiënt om te gaan
Hier worden vier categorieën genoemd:
- Communicatie van de fysiotherapeut: goede uitleg van alle onderdelen binnen het fysiotherapeutische proces (diagnose, behandeling etc.). Visuele middelen ter ondersteuning van uitleg. Actieve luistervaardigheden. Tolk. Gedrag afstemmen op de patiënt om relatie/rapport op te bouwen. Eerlijk zijn. Goede relatie met anderen in het systeem houden/opbouwen. Bang maken door beschrijven van slechtste-case scenario. Geschreven info geven. Patiënt telefonisch opvolgen. Counselingrol aannemen. Directe vragen stellen. Parafraseren om probleem te herdefiniëren. Goede patiëntaantekeningen. Analogieën en casevoorbeelden geven in eenvoudige taal.
- Gedragsmodificatie: gepaste doelen. Patiënt betrekken door fysiotherapeut-patiëntcontract. Negeren van ongepast gedrag of focus op pijn. Positieve bekrachtiging en aanmoediging. Zelfmanagementstrategieën aanleren. Niet nagekomen afspraak in rekening brengen. Oefenlogboek laten bijhouden.
- Verwijzen of betrekken van anderen: bespreek patiënt met andere fysiotherapeut of multidisciplinair team. Verwijs naar andere professionals die een bijdrage kunnen leveren. Meer behandeltijd reserveren. Geen twee moeilijke patiënten achter elkaar plannen, of als eerste of laatste van de dag.
- Anders: nascholing in fysieke en niet-fysieke aspecten van klachten om de eigen competentie te verhogen.
