Patiënten die hoog scoren op neuroticisme zijn extra gevoelig voor depressie
De auteurs in dit artikel onderzoeken vanuit de literatuur het gezamenlijke neurobiologisch substraat van persoonlijkheid en een major depressie. Ze onderzoeken daarvoor de volgende vier deelgebieden: neuroendocriene studies, neuroanatomische studies, moleculaire studies en genetische studies.
Neuroendocriene studies
Het stresssysteem en depressie hebben veel met elkaar te maken. Stress kan een depressie uitlokken en mensen met een depressie hebben een stress-achtige disregulatie van de hypothalamus-hypofysie-bijnierschors-as (HPA-as). De cortisol die bij stress vrijkomt uit de bijnierschors van de HPA-as remt zijn eigen aanmaak door een negatieve feedbackloop binnen deze zelfde HPA-as. Zou dit niet gebeuren dan wordt het cortisol niveau te hoog. Deze beteugeling van het systeem werkt als volgt: als de glucocorticoid receptoren in de hypocampus door cortisol gestimuleerd worden remt de hypocampus de vrijmaking van corticotropin-releasing hormone (CRH) in de hypothalamus en daarmee uiteindelijk ook de cortisol productie in de bijnier.
Hyperactiviteit van de HPA-as is bij depressie de meest opvallende neuroendocriene abnormaliteit. Mensen met een depressie hebben een verhoogd basaal cortisol niveau, een verminderde onderdrukking van het cortisol niveau door dexamethasone (een indicatie dat de negatieve feedbackloop niet goed werkt), en abnormale reacties van de HPA-as op fysieke en psychologische stressoren. Als de depressie herstelt, herstelt ook de HPA-as.
Het functioneren van de HPA-as is ook in verband gebracht met persoonlijkheidstrekken, zij het minder consistent dan bij depressie. Gezonde personen die hoog scoren op neuroticisme hebben een verhoogt ochtend cortisol niveau (op basis van licht veranderde diurinal cortisol regulatie). Bovendien hebben ze een verhoogde HPA-as activatie, en een verminderde suppressie op dexametasone.
Neuroanatomische studies
Diverse methoden van onderzoek tonen een disfunctie aan in de hippocampus bij patiënten met depressie. Zoals boven beschreven remt de hippocampus de HPA-as, dus daarmee draagt een disfunctie bij aan de verhoogde cortisol niveaus die men bij depressie vindt. Er is ook bewijs, maar minder hard, dat de hippocampus betrokken is bij neuriticisme . Ook de Anterior Cingulate Cortex (ACC) is betrokken bij een major depressie. Deze regio is belangrijk bij emotionele verwerking en integratie van emotionele, cognitieve en fysiologische stimuli.
Moleculaire studies
Een grote serie onderzoeken laten zien dat chronische stress de expressie van Brain-Derived Neurotrophic Factor (BDNF) in de hyppocampus verlaagt. Voor een belangrijk deel zorgt een hoog cortisol niveau hiervoor, voor een ander deel zijn de serotonine 2A receptoren daar ook bij betrokken. Een dergelijke verlaging van BDNF zien we ook bij depressie. Bovendien blijkt dat antidepressiva het BDNF niveau in de hippocampus verhoogt. Andere effectieve behandelmethoden, zoals bijvoorbeeld sportief bewegen, hebben ook dit effect op BDNF.
Wat betreft het verband tussen BDNF en persoonlijkheid: bij mentaal gezonde personen die hoog scoren op neuroticisme is het BDNF niveau verlaagd.
Genetische studies
Zowel neuroticisme als depressie zijn voor ongeveer 50% erfelijk bepaald. Er zijn veel genoom-scan studies die een verband leggen tussen neuroticisme als persoonlijkheidkenmerk en depressie als psychopathologie. Serotonine (5-HT) is een belangrijk biologische substraat dat betrokken is bij depressie. Serotonine komt vooral voor in de raphe kernen in de hersenstam en eindigen onder andere in de hippocampus, cortex, hypothalamus, en amygdala. Vooral 5-HTT is veel onderzocht. 5-HTT zorgt voor reuptake (heropname in het neuron) van de serotonine die in de synaptische ruimte vrijgekomen is. De selective serotonine reuptake inhibitor (SSRI), een antidepressivum, richt zich op het verminderen van het effect van 5-HTT zodat meer serotonine in de synaps beschikbaar blijft. Er is een polymorfisme in de promotorregio van het 5-HTT gen (5-HTTLPR = serotonin transporter promotor polymorphism). In die zin is er een lagere en kortere vorm van dit gen. Mensen met de korte vorm hebben meer kans op angst en depressie als reactie op stress.
Er is veel onderzoek gedaan naar de associatie tussen het 5-HTTLPR gen en persoonlijkheid. Zo is er bijvoorbeeld een relatie aangetoond tussen de korte vorm van het 5-HTTLPR gen en neuroticisme. Ook bepaalde vormen van Va166Met BDNF polymorphisme zijn met neuroticisme geassocieerd.
Samenvattend is er beginnend bewijs dat er overeenkomsten bestaan tussen het biologische substraat van depressie en neuroticisme.
Opmerking samenvatter
Deze biologische overeenkomst maakt dat patiënten die hoog scoren op neuroticisme gevoeliger zijn voor het ontwikkelen van een depressie ten tijde van stress. Een psychosomatisch fysiotherapeut kan deze informatie gebruiken bij het inschatten van de psychologische belastbaarheid van de patiënt.
Foster, J. A., MacQueen, G. (2008). “Neurobiological factors linking personality traits and major depression.” The Canadian Journal of Psychiatry 53(1): 8-13.
Artikel delen:
Zin in een leuke en boeiende cursus?
Kijk dan hier voor inspiratie!
" 3000+ tevreden fysiotherapeuten gingen je voor. "
Nieuwsbrief
Elke twee weken 3 samenvattingen voor fysiotherapeuten. Gratis, al 17 jaar. 6000+ fysiotherapeuten gingen je voor.
Database met 1500+ artikelen
Voorjaar 2023
3 dagen. Start 16 mei 2025. Prijs € 495,-…
3 dagen. Start 31 januari 2025. Prijs € 495,-…
9 dagen. Start 7 januari 2025. Prijs € 1695,-…
5 dagen. Start 11 januari 2025. Prijs € 995,-…
8 dagen. Start 6 februari 2025. Prijs € 1395,-…
3 dagen. Start 12 maart 2025. Prijs € 595,-…
8 dagen. Start 13 maart 2025. Prijs € 1395,-…
3 dagen. Start 22 maart 2025. Prijs € 595,-…
5 dagen. Data volgen najaar 2025. Prijs € 995,-…