Postoperatief herstel van Dupuytren uiteindelijk gunstig
20/04/2015 |
Na fasciectomie en standaard postoperatieve therapie bereikt 78% van de patiënten na 12 maanden functionele bewegingsuitslag, maar volledige ROM blijft uit. Verbeteringen in extensie treden snel op; PIP-flexie blijft vaak beperkt en littekenproblemen nemen toe bij meerdere geopereerde vingers.
De ziekte van Dupuytren wordt vaak operatief behandeld. Veel mensen met deze aandoening maken zich zorgen over de uitkomsten van de operatie. In dit onderzoek wordt bekeken hoe de uitkomsten van een fasciectomy gecombineerd met postoperatieve handtherapie zijn na 3, 6 en 12 maanden vergeleken met voor de operatie. Methode Mensen die al ingepland stonden voor een fasciectomy als gevolg van Dupuytren aan één of meer vingers werden benaderd voor deelname aan dit onderzoek. Uiteindelijk hebben 90 mensen deelgenomen. Deze mensen werden alleen geïncludeerd als ze een extensiebeperking in één of meer vingers (dig II-V) hadden van minstens 60 graden. Alle deelnemers ondergingen een standaard protocol voor fasciectomy, kregen daarna één week gips, en startten vervolgens met actieve oefentherapie. Daarnaast kregen ze een spalk die gedurende de tweede postoperatieve week de hele dag werd gedragen, en vanaf de week daarna alleen nachts voor gemiddeld 3-6 maanden. Uitkomstmaten waren: Actieve ROM in MCP, PIP en DIP. Sensibiliteit van de vingertoppen van de geopereerde vinger(s): gemeten door middel van de Semmes-Weinstein monofilament (Bell-Krotoski, 2002). Flexibiliteit van het littekenweefsel gemeten op een subschaal van de Vancouver Scar Scale (Sullivan, 1990). Verwachtingen van de patiënt, gescoord op een 7-punts Likert Schaal. Tevredenheid met huidige…
Premium artikel
Toegankelijk voor fysiotherapeuten die ingeschreven zijn op de nieuwsbrief. Nog niet ingeschreven? Meld je kosteloos aan voor de nieuwsbrief en krijg direct toegang tot alle premiumartikelen.

