Minder differentiatie tussen emoties en pijn, bij chronische pijn

Een oudere vrouw met grijs haar luistert aandachtig tijdens een gesprek in een rustige binnenruimte. Haar gezichtsuitdrukking toont concentratie en lichte emotie, passend bij het thema van het artikel over hoe mensen met chronische pijn minder goed onderscheid maken tussen pijn en emoties.
Wanneer pijn en emoties door elkaar lopen, worden emoties gemakkelijk voor pijn aangezien.

Bij chronische pijn vervaagt soms de grens tussen emotie en lichamelijke sensatie. Verdriet kan als pijn worden ervaren, of pijn als emotie. Onderzoek laat zien dat dit samenhangt met een verminderd onderscheidingsvermogen in interoceptie. Het heeft belangrijke klinische gevolgen.

Mensen verbinden emoties vaak aan lichamelijke sensaties. Ergens emotioneel van walgen kan bijvoorbeeld als misselijkmakend ervaren worden. Dat komt omdat bij zowel lichaamssensaties als bij het beleven van emoties de interoceptie betrokken is. Dat betekent dat emoties bepaalde interoceptieve sensaties kunnen oproepen en omgekeerd interoceptieve sensaties bepaalde emoties kunnen faciliteren.

Mensen verschillen in de mate waarin ze de emoties en lichamelijke toestanden als gelijk aan elkaar ervaren. Dat komt onder andere door verschillen in interoceptief onderscheidingsvermogen. Als de patiënt niet goed is in het onderscheid maken tussen de verschillende interoceptieve sensaties, zal hij ook minder goed onderscheid kunnen maken tussen emoties en lichamelijke sensaties. Hij zal ze als meer gelijk ervaren. Dat maakt dat interoceptietraining een behandeloptie is bij chronische pijn.

Emoties en lichamelijke sensaties door elkaar halen

De klinische relevantie is dat daardoor emoties soms beleefd worden als lichaamssensaties, waar de patiënt vervolgens over klaagt. Misschien is dit proces van ‘vermenging’ bij patiënten met chronische pijn sterker aanwezig dan bij gezonde mensen. Het is bijvoorbeeld bekend dat patiënten met chronische pijn een versterkte relatie ervaren tussen pijn en emotionele stress:

  • Bij patiënten met chronische pijn is er een versterkte overlap in de corticale representaties van spontane pijn en negatief affect.
  • Negatief affect roept bij patiënten met chronische pijn makkelijker lichamelijke sensaties op dan bij gezonde personen.
  • De relatie tussen negatief affect en pijn varieert meer gelijk aan elkaar dan bij gezonde personen.

De auteurs (Lin, e.a., 2024) van het artikel dat we hier bespreken geven aan dat er voor de koppeling tussen pijn en emoties verschillende processen verantwoordelijk zijn, waaronder: verstoringen in emotieregulatie, aandachtmodulatie en cognitieve interpretaties. Deze koppeling is echter nog weinig onderzocht vanuit het interoceptieve onderscheidingsvermogen. De auteurs opperen dat patiënten met chronische pijn minder goed onderscheid maken tussen interoceptieve sensaties en emoties. Er is sprake van een verminderde psychosomatische competentie. Er was al aangetoond dat deze patiënten binnen het cluster ’emoties’ slechter kunnen differentiëren. En ook binnen het cluster ‘lichamelijke sensaties’ kunnen ze minder goed differentiëren.  De vraag is of deze patiënten ook slechter tussen deze clusters kunnen discrimineren. Dat is de reden voor de auteurs om hier twee crosssectionele onderzoeken voor op te zetten.

Lees verder:  Zijn de basis emoties universeel?

Methode

Een korte beschrijving: in studie één moesten patiënten met chronische pijn en een gezonde controlegroep een vragenlijst invullen waarin expliciet gevraagd werd naar de overeenkomst tussen vijf emotiecategorieën enerzijds en verschillende lichamelijke sensaties anderzijds.
In studie twee werd een ‘valse geheugentest’ ingezet om te kijken of patiënten met chronische pijn makkelijker valse herinneringen construeren over negatieve emotionele woorden (die niet getoond zijn), na het memoriseren van lichamelijke stresswoordjes.

Resultaten

Inderdaad blijkt dat patiënten met chronische pijn meer gelijkheid ervaren tussen emotiecategorieën en bepaalde lichamelijke sensaties dan gezonden, en dat dit meer uitgebreid aanwezig is. Bovendien bleken patiënten met chronische pijn na het memoriseren van negatieve lichaamssensatiewoordjes, meer valse herinneringen te hebben aan niet-gepresenteerde negatieve emotionele woorden. Het is alsof de concepten van emotie en pijn in het geheugen van de patiënt meer met elkaar verstrengeld zijn.

Opmerking samenvatter

Dit onderzoek laat zien dat patiënten met chronische pijn minder goed kunnen onderscheiden tussen emoties en lichamelijke sensaties. Dat heeft belangrijke implicaties. Want wat betekent het als je emoties en pijn niet goed uit elkaar kan houden? Dan kan het gebeuren dat een stimulus (situatie of gedachten) verdriet bij de patiënt oproept, maar de patiënt dit bijvoorbeeld als een vermoeiende, zeurende pijn ervaart. Misschien gaat de patiënt er een medische oplossing voor zoeken in de vorm van pijnstillers of een bezoek aan de fysiotherapeut. Het omgekeerde kan theoretisch ook. De situatie of het gedrag van de patiënt triggert meer lichamelijke sensaties van pijn, waarna de patiënt zich bijvoorbeeld moe en verdrietig voelt. Ik vermoed dat er onder de pijnpresentatie van de patiënt vaker een emotie verstopt zit dan dat er onder de emotie van de patiënt een pijnopleving schuilgaat.

Lees verder:  Aandacht voor sensorische aspecten van pijn geeft verlichting

Wat dit onderzoek ook duidelijk maakt, is hoe belangrijk het differentiatievermogen is. Als patiënten slecht onderscheid maken binnen clusters of tussen clusters, kunnen de patiënten en fysiotherapeuten op het verkeerde been gezet worden. Het onderstreept ook het belang van het trainen van het differentiatievermogen. Dat is iets waar elke (psychosomatisch) fysiotherapeut zich op kan richten. Twee voorbeelden:

  • Interoceptie: de differentiatie ten aanzien van lichamelijke sensaties kan met mindfulnessoefeningen (bodyscan, ademmeditatie en mindful bewegen) getraind worden. Dat betreft dan de training van zowel proprioceptieve als interoceptieve sensaties. De patiënt gaat deze beter onderscheiden en verbetert tegelijkertijd zijn veerkracht.
  • Emoties: door de patiënt te bevragen rond emoties en lichamelijke gevoelens (felt sense), en deze vervolgens te laten verwoorden (mentaliseren), gaat de patiënt steeds meer onderscheidingen aanbrengen (a) binnen emotionele belevingen, (b) binnen lichamelijke sensaties, en ook (c) tussen lichamelijke belevingen en emotionele belevingen. Dit kan eenvoudig plaatsvinden door onderwerpen waarbij je merkt dat dit de patiënt emotioneel raakt, via empathisch luisteren te bevragen. De patiënt leert daardoor allerlei nuances en onderscheidingen aan te brengen. Men mag verwachten dat daardoor een meer ‘gezonde’ scheiding tussen lichamelijke sensaties en emoties ontstaat.

Door beide differentiaties is de pijn mogelijk minder aanwezig in het leven van de patiënt, terwijl voorheen onbemerkte emoties juist meer aanwezig zijn. Dat is een goede ontwikkeling, want emoties zijn belangrijke gidsen in ons leven. Ze hebben altijd betrekking op belangrijke persoonlijke behoeftes. Behoeftes die, als ze fundamenteel zijn, niet ongestraft genegeerd kunnen worden.

Meer interessante artikelen

Blijf op de hoogte

Peter van Burken

Peter van Burken

Psycholoog / ex-fysiotherapeut. Auteur van Gezondheidspsychologie voor de fysiotherapeut en het boek Mindfulness en Fysiotherapie. Initiator en docent Psychfysio opleidingen.