Dingen los kunnen laten

Mindfulness wordt binnen de fysiotherapeutische context al veel toegepast. En terecht, want er is voldoende bewijs voor de positieve effecten op de fysieke en psychologische gezondheid. Bischoff en andere stellen dat mindfulness uit twee algemene componenten bestaat: (a) zelfregulatie van de aandacht, waardoor er een meer doorlopende aandacht ontstaat in het huidige moment, en dit gecombineerd met (b) een attitude van nieuwsgierigheid, openheid en acceptatie. Ten aanzien van mindfulness kan nog een ander onderscheid gemaakt worden: mindfulness als ‘state’ of mindfulness als ‘trait’. Mindfulness als state (toestand) betekent of je actueel gezien wel of niet mindful bent. En mindfulness als ‘trait’ betekent dat mindful zijn een persoonlijkheidstrek is geworden. De onderlinge verhouding is dat de beoefening van mindfulness als ‘state’ uiteindelijk leidt tot mindfulness als ‘trait’.
Niet gehecht zijn
Binnen mindfulness is ‘nonattachment’, niet gehecht zijn, een belangrijk concept. Populair gezegd is het de vaardigheid om je niet vast te klampen of te identificeren, en vooral ook dingen los te kunnen laten. ‘Let it be’, zongen de Beatles terecht. Overmatig vastklampen of afwijzen, wordt binnen het boeddhisme gezien als een bron van lijden. En ook binnen de westerse psychologie zijn overeenkomstige processen beschreven. Immers, als je ergens overmatig sterk aan gehecht bent, bijvoorbeeld je gezondheid, dan zal de ziekte zwaar voor je te dragen zijn.
Tussen stap
Studies tonen aan dat ‘niet gehecht zijn’ gunstig is voor het psychische welzijn, levenstevredenheid en zelfwaarde. Mindfulness training helpt enorm om te leren minder krampachtig gehecht te zijn aan positieve of negatieve zaken. Door het mindful observeren van je neigingen om behoeftig het positieve na te jagen en het negatieve te vermijden, zet je de eerste stappen om los te laten en meer te berusten in wat is. Een grote meta-analyse van 40 cross-sectionele studies toonde dat ‘niet gehecht zijn’ een belangrijke tussenstap (mediator) is in de relatie tussen mindfulness en welzijn. De auteurs van het artikel dat we hier bespreken willen deze mediërende rol van niet gehecht zijn onderzoeken in een longitudinale studie en zo de bewijskracht versterken.
Opzet van het onderzoek
Er werden twee onderzoeken uitgevoerd. De eerste studie ging over state mindfulness en maakte gebruik van ecological momentary assessment (EMA). De tweede studie betrof een twee maanden durende longitudinale studie.
In studie één maakte men gebruik van ecologische metingen. De 69 universitaire studenten kregen gedurende twee weken drie keer per dag een signaal via WhatsApp om een korte vragenlijst in te vullen van 10 items. De deelnemers moesten aangeven in welke mate men mindful was, dingen los kon laten, en welke stemming men had. Het resultaat toonde dat de mate van mindfulness op het ene meetmoment niet de mate van ‘niet gehecht zijn’ op een later moment voorspeld. Op dezelfde wijze voorspelt de mate van ‘niet gehecht zijn’ niet de stemming op een later moment. Wat wel het geval was is dat binnen één meetmoment de mate van mindfulness, ‘niet gehecht zijn’ en stemming wel duidelijk positief samen hingen. Het effect van mindfulness op stemming, bleek binnen één tijdsmoment deels te verlopen via de mate van ‘niet gehecht zijn’.
In studie twee over ‘trait’ mindfulness ziet men een soortgelijk patroon. De 244 studenten vulden driemaal een set vragenlijsten in over ‘trait’ mindfulness, ‘niet gehecht zijn’ als persoonskenmerk, en algemeen psychologisch welzijn: de drie tijdsmomenten waren op baseline, na een maand en na twee maanden.
Opmerking samenvatter
Dit onderzoek maakt duidelijk dat de onderlinge processen en effecten van mindfulness niet per se in de tijd vooruit projecteren. Ze hangen vooral samen in het huidige moment. Dat wil zeggen dat bijvoorbeeld mindful zijn in de ochtend niet per se voorspelt of je een prettige stemming in avond hebt. En ook je relatief vrij en ‘niet gehecht’ voelen op dag één voorspelt niet of je de volgende dag een prettige stemming hebt.
Wat de studie wel aantoont, is dat als je binnen één tijdsmoment meet deze processen wel samenhangen. Dus als je ‘s ochtends mindfulness beoefend is er een grote kans dat je op datzelfde moment ook ‘niet gehecht’ bent en een prettige stemming hebt. Het is echter geen garantie voor de rest van de dag. Het pleit voor een twee stapmodel waarbij je formele oefenmomenten hebt om de mindfulness vaardigheid te ontwikkelen. En vooral door de dag heen probeert zo vaak mogelijk relatief mindful aanwezig te zijn. Dus ja, mindful zijn helpt om de dingen makkelijker los te laten en je daardoor prettiger te voelen. Maar dat werkt vooral op het moment dat je daad werkelijk mindful aanwezig bent. Het is geen oefeningetje van ‘set & forget’.
Bron: Yu, B. C. L., Ng, J. C. K., Chio, F. H. N., & Mak, W. W. S. (2024). Does mindfulness facilitate letting be? A longitudinal investigation of nonattachment as a mediator in the association between mindfulness, well‐being, and affect at trait and state levels. Applied Psychology: Health and Well-Being, 17(1). Portico. https://doi.org/10.1111/aphw.12634
Foto bij artikel door AscentXmedia / iStock