Chronische pijn betekent verlies: speelt gecompliceerde rouw?

Chronische pijn betekent meer dan fysieke last: het is ook een verlieservaring. Wanneer dat verlies niet verwerkt wordt, kan gecompliceerde rouw ontstaan. Dit versterkt depressie, angst en pijnbeleving — en bemoeilijkt herstel en aanpassing aan de nieuwe realiteit.
Pijn is een onplezierige sensorische en emotionele ervaring. Dat betekent dat allerlei psychologische processen de pijnbeleving kunnen beïnvloeden en onderhouden. Chronische pijn gaat vaak gepaard met symptomen als angst, depressie, slaapstoornissen, cognitieve achteruitgang en fysieke en sociale beperkingen. Dit versterkt het ongemak c.q. lijden van de patiënt. Het verlies van de gezondheid en de gevolgen daarvan kan tot een sterk gevoel van verlies van controle en autonomie leiden. Het is dan ook niet vreemd dat psychopathologie als gevolg van chronische pijn kan ontstaan.
Gecompliceerde rouw
Als het gaat om verlies van gezondheid, is het goed om stil te staan bij het thema ‘verlies’. Verlies van een dierbaar persoon leidt tot een rouwproces. Dit geldt ook voor andere grote verlieservaringen. Als men de emoties niet adequaat kan hanteren en het verlies niet kan accepteren kan een gecompliceerde rouwstoornis ontstaan (Prolonged Grief Disorder: PGD). Volgens de ICD-11 wordt dit gekenmerkt door aanhoudende gegeneraliseerde pijn en voortdurende nostalgie, vergezeld gaand met een intense emotionele pijn (verdriet, schuld, boosheid en ontkenning, e.d.). De symptomen van gecompliceerde rouw kunnen met de tijd afnemen, maar ook aanhoudend van aard zijn.
Onderzoek toont dat gecompliceerde rouw niet alleen ontstaat bij het verlies van een significante ander, maar bijvoorbeeld ook bij het verlies van werk, een echtscheiding, of een ernstige chronische ziekte. Aanpassen aan chronische pijn lijkt op het rouwproces, het gaat immers om het aanpassen aan een nieuwe realiteit met een verlies aan gezondheid. Er is een relatie aangetoond tussen gecompliceerde rouw en gezondheidsproblematiek waarbij gecompliceerde rouw niet alleen het gevolg is van de gezondheidsproblematiek, maar deze ook versterkt. Dit kan natuurlijk ook bij chronische pijn spelen.
De relatie tussen chronische pijn en gecompliceerde rouw is ook aannemelijk omdat pijn en rouw dezelfde hersenregionen activeren, waaronder: primaire sensorische cortex, insula, anterior cingulate cortex, periaqueductale grijs, en de prefrontale cortex.
Aanpassing aan chronische pijn gaat verder dan alleen maar aanpassen aan de pijn en de fysieke beperking. Het betreft ook verlies van de eerdere leefstijl en de eigen identiteit en zelfgevoel. De onverwerkte rouw rond chronische pijn in brede zin draagt bij aan het lijden van de patiënt, en kan op die manier de chronische pijn versterken. Kortom, er loopt een vicieuze cirkel tussen onverwerkte rouw rond chronische pijn en de pijn ervaring in strikte zin.
De auteurs (Arévalo-Martines, A, e.a., 2025) van het artikel dat we hier bespreken onderzochten of de psychologische distress en de gezondheid gerelateerde kwaliteit van leven van personen met chronische pijn overeenkomt met het psychologische profiel van gecompliceerde rouwstoornis.
Methode
Aan dit onderzoek deden 30 volwassen patiënten met chronische primaire lage rugpijn mee, en 30 gezonde proefpersonen als controlegroep. Specifiek exclusiecriteria was dat er in het half jaar voorafgaande aan het onderzoek geen verlieservaring mocht zijn. Verder is het onderzoek een cross-sectioneel vragenlijstonderzoek. Met een vragenlijst rond gecompliceerde rouw (Inventory of Complicated Grief (ICG-R), pijn (NRPS), depressie en angst (BDI-II en BAI), en kwaliteit van leven (EQ-5D). Deze vragenlijsten werden in een sessie van een half uur ingevuld.
Resultaten
De deelnemers met rugpijn hadden een moderate verhoogde score op de gecompliceerde rouw-vragenlijst, indicatief voor de aanwezigheid van aanhoudende rouw geassocieerd met verlies aan gezondheid. De gemiddelde pijnscore was vijf, en gemiddeld had men 12 jaar last van de chronische pijn. De patiënten met chronische pijn scoorden hoger dan de controlegroep op symptomen van depressie en angst, en hadden een significant verlaagde kwaliteit van leven ten opzichte van de gezonde controlegroep. Hoe langer de pijndiagnose geleden was des te sterker waren de depressieve symptomen en de pijn discomfort, en kwaliteit van leven. Maar die relatie verviel als men controleerde op pijn intensiteit.
Opmerking samenvatter
Het onderzoek is cross-sectioneel en geeft daarom geen definitieve conclusies. Wel geeft ze aanwijzingen dat gecompliceerde rouw verhoogd is in de groep van chronische pijnpatiënten, en deze groep (zoals al bekend was) heeft meer depressie en angst symptomen en heeft een slechtere kwaliteit van leven. Hoewel dat laatste vooral aan de intensiteit van de pijn lijkt te liggen.
De auteurs wijzen op een belangrijk verschil tussen gecompliceerde rouw door het verlies van een dierbaar persoon in vergelijking tot chronische pijn. In de tijd gezien neemt in het algemeen het rouwproces af bij het verlies van een dierbaar persoon, omdat het alsmaar verder terug in de tijd ligt. Terwijl het verlies door chronische pijn elke dag meegemaakt wordt en niet uit beeld verdwijnt. Vooral de pijnintensiteit blijkt op een begrijpelijke manier een relatie te hebben met de depressie, angst en verminderde kwaliteit van leven.
Fysiotherapeuten kunnen hierop inspelen door expliciet ruimte te maken voor de verlieservaring. Bijvoorbeeld door in het behandelproces te vragen naar het moment waarop het leven veranderde, wat de pijn heeft “afgenomen”, en hoe de patiënt zijn of haar identiteit ziet sinds de klacht. Dit helpt bij het valideren van emoties, het normaliseren van verdriet en het doorbreken van vermijdingsgedrag.