Autonome ontregeling bij trapezius myalgie ook zonder abnormale stress

Vrouw die haar schouder aanraakt en pijn lijkt te ervaren, mogelijk gerelateerd aan nek- en schouderklachten
Chronische trapeziuspijn gaat gepaard met autonome dysregulatie, onafhankelijk van gemeten stress en activiteit.

Chronische trapeziusmyalgie gaat gepaard met verminderde hartslagvariabiliteit, ook ’s nachts. Dit duidt op autonome disbalans onafhankelijk van gemeten stress of fysieke activiteit. Herstel van autonoom evenwicht verdient aandacht naast lokale spierbehandeling.

Verschillende studies tonen aan dat het autonome zenuwstelsel betrokken is bij het ontstaan en onderhouden van chronische pijn in de spieren.  Chronische trapezius myalgie is bijvoorbeeld geassocieerd met lokale morfologische verstoringen en een insufficiënt lokaal metabolisme. Waarschijnlijk ontstaan deze verstoringen door de langdurig verhoogde spieractivatie en de verstoorde circulatie.

Heart rate variability (HRV) geeft een indicatie over de mate van sympathische en parasympatische activatie. Bij wijdverbreide chronische pijnsyndromen, zoals fybromyalgie, is er bij laboratoriumstudies een verhoogde hyperactiviteit van het sympathische zenuwstelsel aangetoond. Bij nek-schouderpijn is dit onderzoek nog niet gedaan. Fysieke activiteit is in staat om de autonome regulatie ten gunste van parasympatische activiteit te laten toenemen.
Om het onderzoek meer ecologisch valide te maken deden de auteurs een ambulatoir onderzoek naar autonome regulatie, fysieke activiteiten en stress en energie bij patiënten met lokale nek-schouder pijn.

Methode

Aan dit onderzoek deden 22 patiënten met chronische nek-schouder pijn mee (chronische trapezius myalgie). Elke patiënt werd gematcht aan een pijnvrije proefpersoon  via gelijke leeftijd, geslacht en BMI.

Metingen

  • HRV ambulatoir: via bipolair electrocardiogram.
  • Fysieke activiteit ambulatoir: via Intelligent Device for Energy Expenditure and Activity (IDEEA), met 5 sensoren,  waaronder inclinometers).
  • Pijn: Borg-CR-10 (Borg, 1998).
  • Stress en energie: Stress-Energy-Questionnaire (Kjellberg, e.a., 2002) 2 schalen van 6 items. En ook via een dagboek.

De metingen werden 24 uur verricht, zowel tijdens het werk als in de vrijetijd.

Resultaten

Heart Rate Variability was verminderd in de pijngroep ten opzichte van de pijnvrije groep. Vooral ook ‘s nachts. Het patroon suggereert een toegenomen sympathische activiteit in combinatie met een afgenomen parasympatische activiteit. Wat betreft fysieke activiteit is er een trend (p=0.08) dat de pijnpatiënten met trapezius myalgie in 24 uur 1,5 km minder lopen dan de pijnvrije proefpersonen. (4,1 km versus 5,6 km). Bovendien liggen de pijnpatiënten in deze 24 uur significant meer op bed dan de pijnvrije personen. De gerapporteerde stress was gelijk, maar de gerapporteerde energie was ’s avonds significant minder in de pijngroep dan de pijnvrije groep.
De verschillen in autonome regulatie blijft aanwezig ook al filtert men het effect van fysieke activiteit en stress eruit.

Opmerking samenvatter

Het lijkt zinvol om als fysiotherapeut de therapie niet alleen te richten op het verbeteren van houding, spierlengte, lokale ontspanning, trigger points etc, maar ook op het herstellen van de autonome dysregulatie. Het is bekend dat stress tot autonome dysregulatie kan leiden. Dit onderzoek toont dat ook al is de stress matig en filtert men dit eruit er toch een verschil blijft in autonome activatie. Dat lijkt ervoor te pleiten dat het toevoegen van Heart Rate Variability-biofeedback ook bij niet gestresste patiënten met trapezius myalgie zinvol is. Met de stresseraser of emWave®2  is dit eenvoudig te trainen.
Meer over HVR:

Meer interessante artikelen

Blijf op de hoogte

Peter van Burken

Peter van Burken

Psycholoog / ex-fysiotherapeut. Auteur van Gezondheidspsychologie voor de fysiotherapeut en het boek Mindfulness en Fysiotherapie. Initiator en docent Psychfysio opleidingen.