Angstpatiënten concluderen op basis van hun eigen veiligheidsgedrag dat de situatie gevaarlijk is. En patiënten met rugpijn dan?
Veiligheidsgedrag kan patiënten doen concluderen dat een situatie gevaarlijk is. Angstpatiënten beoordelen situaties vaker als bedreigend wanneer zij zichzelf zien handelen ter ‘veiligheid’. Relevante implicaties voor de omgang met pijn- en bewegingsklachten volgen uit deze bevinding.
Veiligheidsgedrag (safety behavior) zijn alle acties die mensen uitvoeren om een gevreesde uitkomst te detecteren, te voorkomen, te vermijden of te neutraliseren. Hoewel essentieel voor overleving tonen angstpatiënten vaak veiligheidsgedrag terwijl er geen objectieve dreiging is. Enkele voorbeelden: patiënten met een obsessief-complusieve stoornis kunnen hun handen frequent wassen, iemand met sociale fobie vermijdt oogcontact en de patiënt met paniekstoornis zorgt bijvoorbeeld dat hij/zij altijd een telefoon bij zich heeft. Het nadeel van dit veiligheidsgedrag is dat daardoor de disfunctionele opvattingen niet door de realiteit ontkracht kunnen worden, waardoor de angst blijft bestaan. Immers, de patiënt voelt zich veilig, maar schrijft dat niet toe aan de afwezigheid van objectief gevaar maar aan de effectiviteit van zijn/haar veiligheidsgedrag. Bovendien is de patiënt zo met het veiligheidsgedrag bezig dat hij/zij minder aandacht heeft om de informatie ten aanzien van de gevreesde situatie reëel in te schatten en te verwerken. Veiligheidsgedrag als signaal voor gevaar Omgekeerd kan het uitvoeren van veiligheidsgedrag voor de persoon zelf een signaal zijn dat er gevaar moet zijn. Veiligheidsgedrag vermindert ook het effect van therapie. Hoe meer veiligheidsgedrag tijdens exposure therapie toegepast wordt des te slechter is het resultaat. De angst kan dan zelfs door exposure therapie versterken. Er…
Premium artikel
Toegankelijk voor fysiotherapeuten die ingeschreven zijn op de nieuwsbrief. Nog niet ingeschreven? Meld je kosteloos aan voor de nieuwsbrief en krijg direct toegang tot alle premiumartikelen.
