Online ACT effectief bij aanhoudende lichamelijke klachten

Online ACT biedt perspectief bij hardnekkige lichamelijke klachten, ook wanneer er geen duidelijke oorzaak is. Het vergroot psychologische flexibiliteit, vermindert vermijding en helpt cliënten betekenisvol functioneren. Praktisch toepasbaar naast fysieke behandeling.
Aanhoudende lichamelijke klachten (ALK) komen veel voor. Elke fysiotherapeut krijgt er dagelijks mee te maken. Deze klachten zijn niet volledig te verklaren door somatische aandoeningen of toxicologische factoren. Ze gaan gepaard met hoge zorgconsumptie, arbeidsverzuim en verminderde kwaliteit van leven. Aanhoudende lichamelijke klachten gaan vaak gepaard met bewegingsangst, psychosomatische spanningsklachten en een negatieve beleving van lichamelijke signalen. Het biopsychosociale model is essentieel bij het begrijpen van ALK, omdat niet alleen lichamelijke, maar ook psychologische en sociale factoren het klachtenbeloop bepalen.
Binnen ALK richten de auteurs (Lappalainen, e.a. 2025) van het artikel dat we hier bespreken op twee veelvoorkomende subgroepen:
- klachten gerelateerd aan chronische vermoeidheid (bijvoorbeeld het chronisch vermoeidheidssyndroom).
- klachten gerelateerd aan binnenmilieu (voorheen bekend als sick building syndrome).
Beide syndromen zijn moeilijk medisch objectiveerbaar. Vermijding en hypervigilantie spelen bij beide een belangrijke rol. In dit onderzoek wordt ACT expliciet inzet op het verminderen van vermijding en het versterken van psychologische flexibiliteit. Dat wil zeggen: het vermogen om de klachten te accepteren, mindful aanwezig te zijn, en te kiezen voor een persoonlijk waardevol leven.
Waarom ACT?
Acceptance and Commitment Therapy (ACT) richt zich op het trainen van deze psychologische flexibiliteit. Het is een kernvaardigheid bij het omgaan met chronische klachten. Bij ACT leren patiënten zich niet te verzetten tegen onaangename gedachten, emoties of lichamelijke sensaties, maar hier op een accepterende en waardegerichte manier mee om te gaan. Voor fysiotherapeuten is dit van belang omdat ACT niet inzet op symptoomreductie als primair doel, maar op positieve gedragsverandering en het hervatten van betekenisvolle activiteiten. Precies datgene waar ook de fysiotherapeutische behandeling vaak op gericht is. ACT sluit hiermee naadloos aan bij een biopsychosociale benadering van de patiënt.
De auteurs onderbouwen de keuze voor ACT ook met eerdere meta-analyses die de effectiviteit van ACT aantonen bij chronische pijn, somatische syndromen en depressie. Toch waren tot dusver studies naar de effectiviteit van online ACT specifiek gericht op chronische vermoeidheid en binnenmilieu klachten schaars. Dit onderzoek vult deze leemte.
Methode
De studie betrof een gerandomiseerde gecontroleerde trial met twee parallelle groepen:
- een groep ontving een veertienweekse interventie bestaande uit videobegeleiding, een online ACT-moduletraject en gebruikelijke zorg (iACT + TAU),
- terwijl de controlegroep alleen gebruikelijke zorg (TAU) ontving.
Er deden 103 volwassenen mee met ALK: 50 in de interventiegroep en 53 in de controlegroep. De klachten betroffen chronische vermoeidheid, binnenmilieu gerelateerde klachten of een combinatie daarvan.
De iACT-behandeling bestond uit twee online-sessies van 45 tot 60 minuten met een psycholoog waarin een persoonlijke casusconceptualisatie werd uitgewerkt. Daarna volgden tien online modules met ACT-principes zoals defusie, acceptatie, contact met het hier-en-nu en handelen naar persoonlijke waarden. De deelnemers kregen wekelijks schriftelijke feedback van een e-coach (psycholoog of psychotherapeut). De gebruikelijke zorg bestond uit reguliere medische en paramedische behandelingen afhankelijk van de zorgvraag.
Resultaten
De deelnemers in de iACT + TAU-groep vertoonden een significante afname in somatische klachten, depressie en angstklachten ten opzichte van de TAU-groep. Vooral de effecten op angst waren groot (Cohen’s d = 1.09). Ook de afname in somatische symptomen en depressieve klachten was klinisch relevant (effectgroottes tussen d = 0.71 en d = 0.75). Deze veranderingen bleven behouden tot drie maanden na afloop van de behandeling.
Hoewel psychologische flexibiliteit volgens ACT het centrale werkingsmechanisme is, werden hierop geen significante verschillen tussen de groepen gevonden. Wel was er een duidelijke correlatie tussen afname in cognitieve fusie (het samenvallen met gedachten) en verbetering van klachten binnen de iACT-groep. Dit gold ook voor waardegericht handelen. Blijkbaar zijn defusie en waardegericht handelen, sleutelfactoren bij het verminderen van klachten.
Opmerking samenvatter
Deze studie laat zien dat ACT-principes goed toepasbaar zijn in de fysiotherapie. De ACT-principes kunnen prima geïntegreerd worden door bijvoorbeeld oefeningen gericht op lichaamsbewustzijn te combineren met gesprekken over waarden en acceptatie. Daarnaast blijkt dat zelfs via een online platform met minimale face-to-face contact substantiële verbetering bereikt kan worden. Daarmee onderstreept de studie de kansen van blended care voor fysiotherapeuten.
Het doorbreken van vermijdingspatronen, werken met waarden en het bevorderen van acceptatie en zelfcompassie dragen bij aan herstel. De fysiotherapeut die naast fysieke ook deze psychologische aspecten van gedrag en beleving durft te adresseren, draagt zo bij aan betekenisvolle gedragsverandering.