Symptoomperceptie bij astma
Binnen één uur kan zich bij astma patiënten een levensbedreigende luchtweg obstructie ontwikkelen. Het accuraat waarnemen van symptomen om vervolgens de medicatie daarop aan te passen is mede daarom essentieel. Sommige patiënten hebben niet door dat de obstructie al begonnen is, anderen daarentegen ervaren benauwdheid zonder luchtwegobstructie. De risico’s van deze inaccurate symptoom perceptie zijn: fatale astma, inadequate gebruik van de vaak potentieel gevaarlijke medicijnen en slecht astmamanagement.
Klinische criteria voor luchtweg obstructie en benauwdheid
Een afname van meer dan 20% van het geforceerde expiratoire volume in één seconde wordt als een klinisch relevante luchtweg obstructie beschouwd die een bronchodilator nodig maakt. Benauwdheid is niet een symptoom bij astma alleen en incorporeert een aantal verschillende sensaties inzich zoals bewustzijn van luchtweg obstructie, paniek, hyperventilatie, vermoeidheid en irritatie.
De oorsprong van de benauwdheid respons
De etiologie van benauwdheid wordt met een toegenomen inspanning van de respiratoire spieren geassocieerd en met veranderingen in arteriële gaswaarden. Als men de afferente paden vanuit de respiratoire spieren met curare blokkeert, kan men de adem langer inhouden zonder benauwdheid. Anderzijds blijkt dat geparalyseerde quadriplegen die van kunstmatige beademing afhankelijk zijn, benauwdheid rapporteren als ze kooldioxide verrijkte lucht toegediend krijgen. De rol van zuurstof is normaal gesproken niet groot.
Factoren die de symptoom perceptie beïnvloeden
Biomedische factoren
Sommige astma patiënten melden geen symptomen ook al is de longfunctie voor 50% gereduceerd. Mogelijke verklaringen zijn dat de luchtweg pathofysiologie de afferente neuronale overdracht beïnvloedt en/of de chronische ontstekingen de receptorsensitiviteit nadelig beïnvloeden. Men verwacht dan dat de inaccurate symptoom perceptie het slechtst is bij ernstige of langer bestaande astma. Enkele onderzoeken bevestigen dit, maar anderzijds blijken kinderen met milde astma even inaccuraat als ouderen met ernstige astma en geven studies ook aan dat astma-ernst, longfunctie, luchtwegresponsiviteit en voorgeschreven medicatie de accuratesse van de symptoom perceptie niet beïnvloedt.
Een andere fysiologische verklaring is de snelheid waarop de astma zich ontwikkelt: langzaam ontwikkelende astma reacties worden minder goed waargenomen dan acute. Ook de bijkomende symptomen van verkoudheid, neusverstoppingen, hoesten en sputum kunnen de perceptie beïnvloeden.
Beïnvloeding van de luchtwegobstructie door verschillende stoffen heeft vaak geen invloed op de benauwdheid. Samenvattend zijn biomedische verklaringen wel plausibel voor de onderperceptie, maar niet aannemelijk voor de overperceptie van symptomen.
Psychologische factoren
1. Competitie tussen stimuli en de betekenis van informatie
Door de beperkte capaciteit van het informatie verwerkend systeem kan afferente informatie bij competitie met andere informatie soms niet adequaat verwerkt worden. Zo kan afleiding de pijnwaarneming verminderen, maar neemt die toe als de stilte om iemand heen valt.
2. Negatieve emoties
Negatieve emoties zorgen in het algemeen voor een vertekende symptoomperceptie waarbij ambigue symptomen, bijvoorbeeld veroorzaakt door inspanning, als negatief geduid worden. De benauwdheid neemt daardoor toe. De negatieve emoties zelf kunnen ook als een symptoom van astma geïnterpreteerd worden.
Omdat negatieve emoties geassocieerd zijn met astma-symptomen, kan het wegvallen van negatieve emoties door angstreductie de symptoomperceptie verminderen. Een soortgelijke verklaring stelt dat astmatici de expressie van emoties remmen omdat ze bang zijn dat emoties een aanval uitlokken. Mogelijk dat door deze verminderde emotionaliteit de astma-symptomen die aan emoties geassocieerd zijn ook afnemen en dus minder snel gedetecteerd worden.
3. Verworven respons tendenties
De ervaringen van de patiënt met symptomen en kennis van astma liggen opgeslagen in cognitieve schemata. Ze beïnvloeden buiten het bewustzijn om de symptoomperceptie.
3a. Repressie en neglect van symptomen: ondanks anekdotisch bewijs is er weinig empirische steun voor onbewuste repressie van symptomen. Wel is het zo dat sommige mensen de symptomen bewust kunnen negeren.
3b. Habituatie en adaptatie aan symptomen: habituatie zou betekenen dat de symptomen van benauwdheid geleidelijk afnemen naarmate de obstructie blijft bestaan. Bij gezonden is dit in ieder geval aangetoond.
3c. Selectieve perceptie: selectieve perceptie van betekenisvolle informatie is een onbewust proces, hoewel bewuste aandacht voor bepaalde informatie heel belangrijk kan zijn. Er bestaat een natuurlijke tendens om sensorische stimuli te associëren met bestaande representaties in het geheugen. Daardoor kan informatie die zijdelings geassocieerd is met astma, maar niet gerelateerd is aan luchtwegobstructie, de benauwdheid versterken. Experimenteel opgewekte ‘kriebel’ bijvoorbeeld draagt normaal niet bij aan de benauwdheid, maar wel wanneer dit gecombineerd wordt met de algemene sensaties na fysieke inspanning.
Responstendenties kunnen adaptief zijn omdat pathofysiologie mogelijk eerder waargenomen wordt, maar meestal leidt het tot overperceptie. Verkeerde interpretaties kunnen ook er voor zorgen dat er geen adequate respons volgt: een forse luchtwegobstructie interpreteren als een verkoudheid.
Het verbeteren van symptoomperceptie
Astmatici kunnen getraind worden hun longfunctie beter in te schatten, maar het lukt niet om de rapportage van benauwdheid te verbeteren gedurende fluctuaties in longfunctie. Er zijn veel studies die aantonen dat de perceptie van symptomen verbeterd kan worden door het gebruik van een piekstroommeter. Helaas hanteert de men dit op de duur minder precies of slaat men over als het goed lijkt te gaan. Follow-up trainingen zijn nodig bij een dergelijk middel.
Rietveld, S. & Brosschot, J.F. (1999). Current perspecties on symptom perception in asthma: a biomedical and psychological review. Behavioral Medicine. 2, 120-134.
Artikel delen:
Zin in een leuke en boeiende cursus?
Kijk dan hier voor inspiratie!
" 3000+ tevreden fysiotherapeuten gingen je voor. "
Nieuwsbrief
Elke twee weken 3 samenvattingen voor fysiotherapeuten. Gratis, al 17 jaar. 6000+ fysiotherapeuten gingen je voor.
Database met 1500+ artikelen
Voorjaar 2023
3 dagen. Start 16 mei 2025. Prijs € 495,-…
3 dagen. Start 31 januari 2025. Prijs € 495,-…
9 dagen. Start 7 januari 2025. Prijs € 1695,-…
5 dagen. Start 11 januari 2025. Prijs € 995,-…
8 dagen. Start 6 februari 2025. Prijs € 1395,-…
3 dagen. Start 12 maart 2025. Prijs € 595,-…
8 dagen. Start 13 maart 2025. Prijs € 1395,-…
3 dagen. Start 22 maart 2025. Prijs € 595,-…
5 dagen. Data volgen najaar 2025. Prijs € 995,-…